Casio GRAPH90+ E Manuel d'utilisateur

Naviguer en ligne ou télécharger Manuel d'utilisateur pour Pompes à eau Casio GRAPH90+ E. Casio GRAPH90+ E Softwareversie 3.20 Gebruiksaanwijzing [da] [en] [sv] Manuel d'utilisatio

  • Télécharger
  • Ajouter à mon manuel
  • Imprimer
  • Page
    / 663
  • Table des matières
  • MARQUE LIVRES
  • Noté. / 5. Basé sur avis des utilisateurs
Vue de la page 0
Wereldwijde Leerwebsite van CASIO
https://edu.casio.com
Handleidingen zijn beschikbaar in meerdere talen op
https://world.casio.com/manual/calc/
GRAPH90+ E
Softwareversie 3.20
Gebruiksaanwijzing
NL
Vue de la page 0
1 2 3 4 5 6 ... 662 663

Résumé du contenu

Page 1 - GRAPH90+ E

Wereldwijde Leerwebsite van CASIOhttps://edu.casio.comHandleidingen zijn beschikbaar in meerdere talen ophttps://world.casio.com/manual/calc/GRAPH90+

Page 2

1-2 k ToetsmarkeringenNogal wat toetsen van de rekenmachine worden voor meerdere functies gebruikt. Deze functies worden met behulp van een kleurcode

Page 3 - Inhoud

2-51u De dimensies van een matrix controleren [OPTN]-[MAT/VCT]-[Dim]Gebruik de Dim-opdracht om de dimensies van een bestaande matrix te controleren.V

Page 4

2-52Voorbeeld 1 Ken in de volgende matrix aan het element op rij 1 en kolom 2 de waarde 10 toe: Matrix A = 1 23 45 6 baaK2(MAT/VC

Page 5

2-53 Hierin zijn α, β en γ namen van variabelen (A tot Z).Deze handeling heeft geen invloed op de inhoud van het geheugen voor de laatste matrix.• De

Page 6

2-54u Rekenkundige bewerkingen met matrices [OPTN]-[MAT/VCT]-[Mat]/[Identity]Voorbeeld 1 Tel matrix A en matrix B op (Matrix A + Matrix B): K2(

Page 7 - — Lees dit eerst!

2-55u Getransponeerde van een matrix [OPTN]-[MAT/VCT]-[Trn]Een matrix is getransponeerd als zijn rijen kolommen worden en zijn kolommen rijen.Voorbee

Page 8 - u Lijst met opdrachten

2-56u Herleide operaties op rijen [OPTN]-[MAT/VCT]-[Rref]Deze opdracht vindt de herleide operaties op rijen van een matrix.Voorbeeld Vind de herleid

Page 9 - Basisbewerking

2-57u Kwadraat van een vierkante matrix [x2]Voorbeeld Kwadrateer de volgende matrix: Matrix A = K2(MAT/VCT)1(Mat)av(A) xwu Macht van

Page 10

2-58u Rekenen met complexe getallen met een matrixVoorbeeld Bepaal de absolute waarde van een matrix met de volgende complexe getallen als elementen:

Page 11 - 2. Weergave

2-599. VectorberekeningenOm vectorberekeningen uit te voeren, gebruikt u het hoofdmenu om de Run-Matrix-modus te openen en drukt u vervolgens op 3(&ap

Page 12

2-60k Een vector invoeren en bewerkenWanneer u op 3('MAT/VCT)6(M⇔V) drukt, verschijnt het Vector Editor-scherm. Gebruik de Vector Editor voor het

Page 13

1-3 2. Weergavek Pictogrammen selecteren In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een pictogram in het hoofdmenu aanklikt om de gewenste modus op te roe

Page 14 - Opmerking

2-61• De berekeningsnauwkeurigheid van de weergegeven resultaten voor vectorberekeningen is ±1 op het laatste belangrijke cijfer.• Als het resultaat v

Page 15

2-62u Vector optellen, aftrekken en vermenigvuldigen [OPTN]-[MAT/VCT]-[Vct]Voorbeeld 1 Voor het bepalen van de som van de twee vectoren die hieronde

Page 16

2-63u Kruisproduct [OPTN]-[MAT/VCT]-[CrossP]Voorbeeld Om het kruisproduct van de twee onderstaande vectoren te bepalen Vct A = [ 1 2 ] Vct B

Page 17

2-6410. Metrieke omzettingU kunt waarden omzetten van één meeteenheid naar een andere. Meeteenheden worden geclassificeerd in de volgende 11 categorie

Page 18

2-65k Omzettingsberekening uitvoeren [OPTN]-[CONVERT]Voer de waarde in waarvan u omzet en de omzettingsopdrachten met de syntaxis hierna weergegeven

Page 19

2-66k Opdrachtenlijst voor omzetting van eenhedenCat. Weergavenaam Eenheid Cat. Weergavenaam Eenheid Lengte fm fermi Volume cm3 kubieke c

Page 20

2-67Cat. Weergavenaam Eenheid Cat. Weergavenaam Eenheid Temperatuur °C graden Celsius Druk Pa pascal K Kelvin kPa kilopascal °F grade

Page 21 - Een opdracht zoeken u

3-1 Hoofdstuk 3 Lijsten Een lijst is een opslagplaats voor diverse gegevensitems. Met deze rekenmachine kunt u in zes bestanden telkens 26 lijst

Page 22 - Functie QR Code u

3-2 2. Voer eerst het getal 4 in in het tweede element, en voer vervolgens het resultaat 2 + 3 in in het volgende element. ewc+dw • U kunt ook

Page 23

3-3 2. Druk op K en voer de uitdrukking in. K1(LIST) 1(List) b+ K1(LIST) 1(List) cw • U kunt ook !b(List) gebruiken in plaats van K1(

Page 24

1-4 PictogramNaam van de modusBeschrijving Table Kies deze modus om de grafiekfuncties op te slaan, om er een numerieke tabel van te berekenen met

Page 25

3-4 u Een nieuw element tussenvoegen 1. Gebruik de cursortoetsen om het element aan te klikken waarboven u een nieuw element wilt invoegen. 2. Dr

Page 26

3-5 • Als u de volgende bewerking uitvoert, verschijnt een subnaam in de modus Run-Matrix . !m(SET UP) 2(Line) J !b(List) n !+( [ ) a!-( ] ) w

Page 27

3-6 u Wijzig de kleur van alle gegevens in een bepaalde lijst 1. Gebruik de cursortoetsen om de lijstnaam aan te klikken waarvan u de karakterkle

Page 28

3-7 u Eén lijst ordenen én de ermee samenhangende lijsten mee veranderen Wanneer lijsten met elkaar in relatie staan, is het handig dat deze relati

Page 29

3-8 k Openen van het submenu “Bewerken van lijstgetallen” Alle volgende voorbeelden zijn uitgevoerd na inschakelen van de modus Run-Matrix . Druk

Page 30

3-9 u Het maken van een lijst door het aantal gegevensitems in te voeren [OPTN] - [LIST] - [Dim] Gebruik de volgende instructie om tijdens h

Page 31

3-10 u Het kleinste getal van een lijst opzoeken [OPTN] - [LIST] - [Min] K1(LIST) 6( g) 1(Min) 6( g) 6( g) 1(List) <lijstnummer 1 -

Page 32

3-11 Voorbeeld Bereken van List 1 (36, 16, 58, 46, 56), de mediaan met de frequentiegetallen opgeslagen in List 2 (75, 89, 98, 72, 67) AK1

Page 33 - ( )

3-12 u De cumulatieve frequentie van elk waarnemingsgetal berekenen [OPTN] - [LIST] - [Cuml] K1(LIST) 6( g) 6( g) 3(Cuml) 6( g) 1(List) &l

Page 34

3-13 u Een lijst maken van de verschillen tussen opeenvolgende getallen van een lijst [OPTN] - [LIST] - [ ΔList] K1(LIST) 6( g) 6( g) 5( ΔL

Page 35

1-5 k Over het functiemenuMet de functietoetsen (1 tot 6) kunt u de menu’s en opdrachten oproepen in de menubalk onder aan het scherm. De vorm duidt

Page 36

3-14 k Invoer van een lijst in een berekening U kunt een lijst op drie manieren invoeren in een berekening. • Specificatie van het lijstnummer van

Page 37

3-15 u Lijstgetallen aan een andere lijst toekennen Hiervoor maakt u gebruik van a. Voorbeeld Ken de lijstgetallen van List 3 (41, 65, 22) toe a

Page 38 - 5. Menu Optie (OPTN)

3-16 k Grafische voorstelling van een functie vertrekkend van een lijst Wanneer u de grafiekfuncties van deze rekenmachine gebruikt, kunt u een fun

Page 39 - 6. Menu variabelen (VARS)

3-17 k Wetenschappelijke functieberekeningen met lijsten Lijsten kunt u in wetenschappelijke functieberekeningen op dezelfde manier gebruiken als g

Page 40

3-18 5. CSV-bestanden gebruiken U kunt de inhoud van een CSV-bestand dat op deze rekenmachine is opgeslagen of vanaf een computer is overgezet naar

Page 41

3-194. In het dialoogvenster dat verschijnt gebruikt u f en c om het bestand te markeren dat u wilt importeren, en vervolgens klikt u op w. • Hi

Page 42 - 7. Programmeermenu (PRGM)

3-20 u Om de inhoud van alle lijstgegevens in de List Editor als een CSV-bestand op te slaan 1. Als de List Editor op het scherm staat, drukt u op

Page 43

4-1 Hoofdstuk 4 Vergelijkingen berekenen Kies in het hoofdmenu de modus Equation . • { SIMUL } ... {eerstegraads vergelijkingen met 2 tot

Page 44

4-2 Voorbeeld Los de volgende stelsels eerstegraads vergelijkingen op voor x , y en z 4 x + y – 2 z = – 1 x + 6 y + 3 z

Page 45

4-3 2. Tweede- tot zesdegraads vergelijkingen van een hogere orde Uw rekenmachine kan worden gebruikt voor het oplossen van tweede- tot zesdegraad

Page 46

1-6 k Weergave op het schermOp deze rekenmachine worden twee weergavetypes gebruikt: tekstweergave en grafiekweergave. Bij tekstweergave kunnen er 21

Page 47 - 9. Schermgegevens vastleggen

4-4 Oplossing met een complex getal (bijvoorbeeld: x 3 + 2 x 2 + 3 x + 2 = 0) Complex Mode: Real (pagina 1-36) Complex Mode: a

Page 48

4-5 3. Voer in de tabel met variabelen die wordt weergegeven de waarden voor elke variabele in. • U kunt ook waarden invoeren voor Upper en Lower om

Page 49

5-1 Hoofdstuk 5 Grafieken tekenen Selecteer in het hoofdmenu het pictogram voor het grafiek- of tabeltype dat u respectievelijk wilt tekenen of ma

Page 50 - Handmatige berekeningen

5-2 In de modus Table wordt een tabel met getalwaarden met dezelfde kleur gemaakt als de lijn waarvoor de functie is geregistreerd. Scherm met

Page 51

5-3 k Een gewone grafiek tekenen (2) U kunt maximaal 20 functies in het geheugen opslaan en vervolgens de gewenste functie selecteren om de grafiek

Page 52

5-4 2(Union) ... Vult alle gebieden waarin aan de voorwaarden van de getekende ongelijkheden is voldaan.Dit is de standaardinstelling.

Page 53

5-5 2. Bepalen wat wordt weergegeven in een grafiekscherm k Instellingen van het weergavevenster (V-Window) Gebruik het weergavevenster om het bere

Page 54

5-6 u Waarop u moet letten bij het instellen van het weergavevenster • Als u nul invoert voor T θ ptch, doet zich een fout voor. • Bij ongeldige

Page 55 - 3

5-7 u De instellingen uit het geheugen voor het weergavevenster oproepen 1. Kies in het hoofdmenu de modus Graph . 2. Druk op !3(V-WIN) om het

Page 56 - 2. Speciale functies

5-8 k Zoom Met deze functie kunt u de weergegeven grafiek vergroten en verkleinen. 1. Teken de grafiek. 2. Geef het zoomtype op. !2( ZOOM) 1(

Page 57

1-7 k Weergave van speciale formatenDeze rekenmachine gebruikt een karakteristieke weergave voor gebroken vormen, zestientallig geschreven getallen e

Page 58

5-9 Voorbeeld Teken de grafiek van y = ( x + 5)( x + 4)( x + 3) en vergroot vervolgens het kader. Gebruik de volgende instellingen voor het w

Page 59

5-10 u Het scherm pannen 1. Druk terwijl het grafiekscherm wordt weergegeven op K2(PAN). • De panmodus wordt geactiveerd en in het midden van he

Page 60

5-11 5. Wanneer het bevestigingsvenster “V-Window values for specified background will be loaded. OK?” wordt weergegeven, drukt u op 1(Yes) om de me

Page 61

5-12 6. Voer in het dialoogvenster File Name een naam van maximaal acht tekens in en druk vervolgens op w. • De achtergrondafbeelding wordt opgesl

Page 62

5-13 3. Een grafiek tekenen U kunt maximaal 20 functies in het geheugen opslaan. U kunt in het geheugen opgeslagen functies bewerken, oproepen en te

Page 63 - 4. Functieberekeningen

5-14 u Een parametrische functie opslaan Voorbeeld Sla de volgende expressies op in de geheugenzones Xt3 en Yt3: x = 3 sinT y = 3 cosT 3(

Page 64 - }/{n}//{f} ... {milli (10

5-15 u Waarden toewijzen aan de coëfficiënten en variabelen van een grafiekfunctie Voorbeeld Wijs de waarden –1, 0, en 1 toe aan variabele A in Y

Page 65

5-16 3. Gebruik f en c om “Line Style” te markeren en druk vervolgens op w. 4. Gebruik in de lijst met lijnstijlen die wordt weergegeven f e

Page 66

5-17 u De lijnstijl van een grafiekfunctie wijzigen 1. Gebruik in het scherm met de lijst met grafiekrelaties f en c om de relatie te markeren w

Page 67

5-18 u Een functie verwijderen 1. Druk terwijl de lijst met grafiekrelaties wordt weergegeven op f of c om de zone te markeren die de functie bev

Page 68

1-8 u Een stap wijzigenVoorbeeld Verander cos60 in sin60AcgadddDsu Een stap wissenVoorbeeld Vervang 369 × × 2 door 369 × 2Adgj**cdDIn de invoegmodus

Page 69

5-19 • Grid: Line (Axes: On, Label: Off) Met deze instelling worden er schaallijnen weergegeven voor de x - en y -as. Wanneer u de instelling

Page 70 - 2 55,928 → 55,92839019 ( )

5-20 u Grafiekfuncties opslaan in het grafiekgeheugen 1. Druk op 4(TOOL) 2(GPH-MEM) 1(STORE) om het pop-upvenster weer te geven. 2. Druk op een c

Page 71 - 10C4 = 210

5-21 k Inhoud van grafiekscherm opslaan als een afbeelding (g3p-bestand) U kunt een g3p-bestand op twee manieren opslaan. • Opslaan in afbeeldin

Page 72

5-22• Als u het bestand in een map wilt opslaan, gebruikt u f en c om de markering naar de gewenste map te verplaatsen en vervolgens drukt u op 1(OPEN

Page 73

5-23 5. Twee grafieken in hetzelfde scherm tekenen k De grafiek naar het deelscherm kopiëren Met Dual Graph kunt u het scherm opsplitsen in twee d

Page 74 - 5. Numerieke berekeningen

5-24 Wanneer u op 1(SELECT) drukt terwijl een van de functies “ R ” of “ B ” is gemarkeerd, wordt de aanduiding “ R ” of “ B ” verwijderd. Een funct

Page 75

5-256. Handmatig tekenenk Werken met grafieken in de modus Run-MatrixWanneer de Lineaire invoer/uitvoer-modus is geselecteerd, kunnen commando’s direc

Page 76

5-26• Van bepaalde functies kunnen gemakkelijk grafieken worden getekend met ingebouwde functiegrafieken. • U kunt ook grafieken tekenen van de volgen

Page 77

5-27• Een grafiek maken van een integratieUw rekenmachine kan een grafiek maken van een functie waarbij een integratie wordt berekend.De resultaten va

Page 78

5-28Voorbeeld Teken de grafiek van y = A x 2 – 3 waarbij de waarde van A verandert in de reeks 3, 1, –1 Gebruik de volgende instellingen voor he

Page 79

1-9 • Als u een bewerking haakje-sluiten invoert, krijgt dit dezelfde kleur als de overeenkomstige bewerking haakje-openen. • De haakjes van uitdrukk

Page 80

5-29k Een lijst gebruiken om meerdere grafieken tegelijkertijd te tekenen (List Graph) U kunt een lijst gebruiken om meerdere grafieken tegelijkertijd

Page 81 - S) Negatief deel (S)

5-30• Wanneer met de bovenstaande bewerking meerdere grafieken tegelijkertijd worden getekend, worden ze met vijf verschillende kleuren in de volgende

Page 82

5-31Voorbeeld Plak, terwijl de grafiek van y = 2 x 2 + 3 x – 4 wordt weergegeven, de eerder gekopieerde functie Y=X van het klembord Gebruik d

Page 83

5-327. Tabellen gebruiken Kies in het hoofdmenu de modus Table . k Een functie opslaan en een tabel met getalwaarden genereren u Een functie ops

Page 84

5-33 u Een tabel genereren met een lijst 1. Open het configuratiescherm terwijl de lijst met tabelrelaties wordt weergegeven. 2. Markeer “Variable

Page 85

5-34 u Een tabel genereren waarin ook afgeleide getallen zijn opgenomen Wanneer u de instelling van de optie “Derivative” in het configuratiescherm

Page 86

5-35 k Een tabelkolom naar een lijst kopiëren Met een eenvoudige bewerking kopieert u de inhoud van een numerieke tabelkolom naar een lijst. Gebru

Page 87 - 'a+bi)w

5-36 Voorbeeld Sla de twee onderstaande functies op, genereer een tabel met getalwaarden en teken vervolgens een lijngrafiek. Geef een bereik van –3

Page 88

5-37 Voorbeeld Sla de functie Y1 = 3 x 2 – 2 op en geef tegelijkertijd de tabel met getalwaarden en lijngrafiek weer. Gebruik een tabelbereik van

Page 89

5-388. Een grafiek wijzigen Met de functie Modify kunt u de waarde van een variabele in een grafiekexpressie (bijvoorbeeld de waarde van A in Y = AX 2

Page 90 - 16 and AD16”

1-10 Nadat u op A hebt gedrukt, kunt u door te drukken op f of c de vorige berekeningen, in volgorde van de laatste naar de eerste (multi-herhalingsf

Page 91 - 8. Matrixberekeningen

5-39k Bewerkingen met de functie Modify u Een grafiek in de modus Graph wijzigen 1. Kies in het hoofdmenu de modus Graph . 2. Wijzig in het config

Page 92

5-40 9 -cw 0 J u Een grafiek in de modus Conic Graphs wijzigen Voorbeeld Registreer de parametrische vergelijking X = H + T ; Y = K

Page 93

5-41 7. Druk op c. Controleer of de lijn K=0 magenta wordt weergegeven en druk vervolgens op -bw. 8. Druk op J om de bewerking M

Page 94

5-42 9. Dynamische grafieken tekenen k Dynamische grafieken gebruiken Met dynamische grafieken kunt u een bereik van waarden voor de coëfficiënten

Page 95

5-43 Voorbeeld Gebruik Dynamic Graph om y = A ( x – 1) 2 – 1 te tekenen, waarbij de waarde van coëfficiënt A van 2 in 5 wordt gewijzigd in stappe

Page 96

5-44 Voorbeeld Gebruik Dynamic Graph om y = A x te tekenen, waarbij de waarde van coëfficiënt A in stappen van 1 van 1 in 4 wordt gewijzigd. De g

Page 97

5-45 u Gegevens opslaan in het geheugen voor dynamische grafieken 1. Terwijl de dynamische grafiek wordt getekend, drukt u op A om het menu te ope

Page 98

5-46 Voorbeeld Genereer een tabel met getalwaarden op basis van recursie tussen drie termen uitgedrukt door a n +2 = a n +1 + a n , met ee

Page 99 - 2 4 6

5-47 1 m Recursion 2 !3(V-WIN) awgwbwc-bfwgfwfwJ 3 3(TYPE) 2( a n +1 ) c2( a n ) +bw 4 5(SET) 2( a 1 ) bwgwbwJ 5 1(SEL+S) f2() J

Page 100

5-48 1 m Recursion 2 !3(V-WIN) awcwbwc awewbwJ 3 3(TYPE) 2( a n +1 ) a.j2( a n ) w 4( n . a n ··) 3( b n ) +a.b1( n ) -a.cw 4 5

Page 101

1-11 k Gegevens kopiëren en plakken via het klembord U kunt een functie, opdracht of andere invoer naar het klembord kopiëren (of knippen), en de inh

Page 102

5-49 • Als “On” is geselecteerd en “ Σ Display” in het configuratiescherm en alle drie de expressies die u in de modus Recursion hebt ingevoerd, zi

Page 103 - −1 −2 0

5-50 Voorbeeld Teken de WEB-grafiek voor de recursieformule a n +1 = –3( a n ) 2 + 3 a n , b n +1 = 3 b n + 0,2 en controleer of de for

Page 104 - 4 5 6

5-51 R w 4. Voer de coëfficiënten van de functie in en teken de grafiek. Voorbeeld Voer de functie voor cartesische coördinaten

Page 105 - 0 4 3 0

5-52 12. Punten, lijnen en tekst tekenen in het grafiekscherm (Sketch) Met de schetsfunctie kunt u punten en lijnen in grafieken tekenen. U kunt vij

Page 106

5-53 8. Verplaats de aanwijzer () met de cursortoetsen naar de locatie waar u wilt tekenen en druk op w.* 3 * 1 Hierboven wordt het functiemenu

Page 107

5-54 13. Functieanalyse k Coördinaten op een grafieklijn aflezen Met de functie Trace kunt u een aanwijzer langs een grafiek verplaatsen en de coö

Page 108 - 9. Vectorberekeningen

5-55 • Wanneer u op w drukt terwijl de aanwijzer zich in een grafiek bevindt (tijdens Trace, G-Solve, enzovoort), wordt er een punt getekend op de

Page 109

5-56 k Coördinaten afronden Met deze functie rondt u de coördinaatwaarden af die met de functie Trace worden weergegeven. 1. Kies in het hoofdmenu

Page 110 -  → Mat 

5-57 u Het nulpunt van een grafiek berekenen 1. Teken een grafiek. 2. Druk op !5(G-SOLVE) 1(ROOT). 3. Als er meerdere grafieken worden weergege

Page 111

5-58 Voorbeeld Teken de grafiek met de volgende twee functies en bereken het snijpunt tussen Y1 en Y2. Y1 = x + 1, Y2 = x 2 •

Page 112

i • De inhoud van deze gebruiksaanwijzing kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. • Niets uit deze gebruiksaanwijzing mag worden verveelvoudigd,

Page 113 - 10. Metrieke omzetting

1-12 u Tekst plakkenPlaats de cursor op de positie waar u de tekst wilt plakken en druk op !j(PASTE). De inhoud van het klembord wordt op de cursorp

Page 114

5-59 u De integraalwaarde voor een bepaald bereik berekenen Voer de volgende stappen uit om integratiewaarden voor een bepaald bereik te berekenen.

Page 115

5-60 Voorbeeld Teken de grafiek voor Y = sin X en bereken vervolgens de integratie- en zonewaarde voor de zone tussen het nulpunt van de minwaarde h

Page 116

5-61 u Voor het bepalen van de integratiewaarde en het gebied tussen de wortels van een grafiek en het snijpunt van twee grafieken1. Teken de grafie

Page 117 - Hoofdstuk 3 Lijsten

5-62 Druk na het tekenen van de grafiek van een kegelsnede op !5(G-SOLVE) om de volgende menu’s voor grafiekanalyse weer te geven. u Analyse van p

Page 118

5-63 • Wanneer u twee brandpunten berekent voor een ellips of hyperbool, drukt u op e om het tweede brandpunt te berekenen. Druk op d om terug te k

Page 119 - u Een element wissen

6-1 Hoofdstuk 6 Statistische grafieken en berekeningen Belangrijk! Dit hoofdstuk bevat een aantal illustraties van grafiekschermen. In elk van d

Page 120 - u Een lijst benoemen

6-2 k Algemene grafiekinstellingen [GRAPH]-[SET] In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de algemene instellingen van elke grafiek (GRAPH1, GRAP

Page 121

6-3 u Het scherm met de algemene grafiekinstellingen weergeven Druk op 1(GRAPH) 6(SET) om het scherm met de algemene grafiekinstellingen op te roe

Page 122

6-4 Voor dit grafiektype: Als u dit selecteert: Gebeurt dit: NPPlot, Pie, Bar On De kleur die voor de lijstgegevens is opgegeven, wordt in

Page 123

6-5 • { Auto } ... Wisselt af tussen de kleuren voor de grafiek in de volgende volgorde voor elk gegevensitem (of gegevenspaar): blauw, rood, groen,

Page 124 - → Mat]

1-13 Voorbeeld: Om de “FMax(” opdracht in te voeren, die een maximumwaarde bepaaltA!e(CATALOG)6(CAT)c1(EXE)cc1(EXE)cccccc1(INPUT)Druk op J of !J(QUI

Page 125

6-6 Als “Hist” (histogram) als grafiektype (Graph Type) is geselecteerd: • Hist Area (geeft de opvulkleur voor een histogram aan.) De instellinge

Page 126

6-7 • D1 Area, D2 Area, D3 Area (geeft de opvulkleuren aan voor de staafdiagrammen Data 1, Data 2 en Data 3.) De instellingen zijn hetzelfde als v

Page 127

6-8 2. Grafieken en berekeningen voor statistische gegevens met één variabele Waarden met één variabele zijn gegevens met slechts één variabele. Wil

Page 128 - 4 2+3+6+5+4=

6-9 k Histogram Via XList geeft u aan in welke lijst de waarden worden ingevoerd; met Freq bepaalt u in welke lijst de frequentiewaarden worden ing

Page 129 - k Foutmeldingen

6-10 k Staafdiagram U kunt tot drie lijsten specificeren voor het tekenen van een staafdiagram. Het diagram wordt gelabeld met [1], [2], [3], enzov

Page 130

6-11 ⇒ w(Draw) Het bovenstaande scherm wordt weergegeven voordat de grafiek wordt getekend. Nu kunt u de waarden Start en Width wijzigen.

Page 131

6-12 k Berekeningsmethoden voor de Std- en OnData-instellingenQ1, Q3 en Med kunnen worden berekend in overeenstemming met de instelling “Q1Q3 Type

Page 132

6-13 Middelpunt Middelpunt (2) Wanneer de frequentie decimale fractiewaarden bevatQ1-, Q3- en Med-waarden voor deze berekening

Page 133 - u Van bestand veranderen

6-14 u OnDataQ1-, Q3- en Med-waarden voor deze berekeningsmethode worden hieronder beschreven. Q1 = {waarde van elementen waarvan de cumulatieve fr

Page 134 - 5. CSV-bestanden gebruiken

6-15 3. Grafieken en berekeningen voor statistische gegevens met twee variabelen (Aanpassing kromme) k Een spreidingsdiagram en xy -lijngrafiek tek

Page 135 - Belangrijk!

1-14 Voorbeeld: Om de opdracht “FMax(” in te voerenA!e(CATALOG)6(CAT)1(EXE)t(F)x(M)1(INPUT)De opdrachtengeschiedenis gebruiken uDe rekenmachine bewa

Page 136

6-16 k Een regressiegrafiek tekenen Ga als volgt te werk om statistische gegevens met twee variabelen in te voeren, op basis daarvan een regressieb

Page 137

6-17 k Weergave van regressieberekeningen Wanneer u een regressieberekening maakt, verschijnen de berekende parameters van de regressieformule (zoa

Page 138

6-18 Derdegraadsregressie Formule ... y = ax 3 + bx 2 + cx + d a ...regressiecoëfficiënt van de derde graad b ...

Page 139

6-19 k Logaritmische regressiegrafiek Dit regressiemodel geeft y als logaritmische kromme van de functie x . De logaritmische standaardregressie

Page 140

6-20 k Machtsregressiegrafiek Dit regressiemodel geeft y als verhouding van de macht van x . De standaardmachtsregressieformule is y = a ×

Page 141

6-21 k Logistieke regressiegrafiek Dit regressiemodel is vooral interessant voor verschijnselen waarvoor de ene factor continu stijgt en de andere

Page 142 - 1. Voorbeeldgrafieken

6-22 k Weergave van berekeningsresultaten van een grafiek met twee variabelen Statistische gegevens met twee variabelen kunnen worden weergegeven d

Page 143

6-23 4. Statistische berekeningen uitvoeren Alle statistische berekeningen tot nu toe zijn gemaakt nadat een grafiek werd getekend. U kunt echter ook

Page 144

6-24 k Statistische berekeningen met twee variabelen In de voorgaande voorbeelden onder “Weergave van berekeningsresultaten van een grafiek met twe

Page 145

6-25 u Berekening van de correlatiecoëfficiënt (r), bepalingscoëfficiënt (r 2 ) en gemiddelde van de kwadraten van de fout (MSe) Na het weergeven v

Page 146

1-15 1. Selecteer een commando dat in de online handleiding staat.Hierdoor wordt • 2(QR) weergegeven in het functiemenu.2. Druk op 2(QR).Hiermee wor

Page 147

6-26 • Machtsregressie ... • Sinusvormige regressie ... • Logistieke regressie ...

Page 148

6-27 u De regressieformule kopiëren vanuit het scherm met de resultaten van de regressieberekening Met de normale functie om regressieformules te k

Page 149 - k Zoom

6-28 k Berekening van een normale verdeling In de modus Run-Matrix kunt u normale kansverdelingen voor statistieken met één variabele berekenen.

Page 150 - k Het grafiekscherm pannen

6-29 1. Kies in het hoofdmenu de modus Statistics . 2. Voer de lengte in lijst 1 en de frequentie in lijst 2 in. 3. Maak de berekeningen voor stat

Page 151 - u Het scherm pannen

6-30 k Grafische voorstelling van een normale kansverdeling In de modus Run-Matrix kunt u een kansverdeling voor statistieken met één variabele g

Page 152 - • AS)

6-31 k Bepalen van de standaardafwijking van de steekproef, de zuivere variantie, de standaardafwijking van de populatie en de populatievariantie ui

Page 153

6-32 k Berekeningen met de opdracht TEST U kunt speciale functies gebruiken in de modus Run-Matrix of de modus Program om berekeningen uit te vo

Page 154 - 'X ≤

6-33 5. Testen De Z Test voorziet in een reeks verschillende standaardtests. Zij maken het mogelijk om te controleren of de steekproef de populat

Page 155

6-34 De verschillende methoden van statistische berekeningen die refereren aan bovenstaande tests worden hierna uitgelegd. Alle bijzonderheden over d

Page 156

6-35 u Z - test op 1 steekproef Deze test wordt gebruikt als de standaardafwijking van een populatie bekend is, om de hypothese te verifiëren.

Page 157

1-16 k Bewerkingen invoeren in de Math invoer/uitvoer-modusu Functies en symbolen in de Math invoer/uitvoer-modus Met de hieronder aangegeven functi

Page 158

6-36 Hieronder worden de items voor het specificeren van de parametergegevens weergegeven die afwijken van de specificatie voor de lijstgegevens:

Page 159 - u Een functie verwijderen

6-37 u Z - test op 2 groepen Deze test wordt gebruikt om aandeel treffers te vergelijken. De 2-Prop Z Test wordt toegepast op de normale

Page 160 - k Grafiekgeheugen

6-38 u t - test op 1 steekproef Deze test gebruikt de hypothesetest om één onbekend populatiegemiddelde te verifiëren wanneer de standaardafw

Page 161 -  min, T  max, T  ptch)

6-39 Hieronder worden de items voor het specificeren van de parametergegevens weergegeven die afwijken van de specificatie voor de lijstgegevens.

Page 162

6-40 Druk op 6(COPY) terwijl een resultaat op het scherm staat om de regressieformule te kopiëren naar de lijst met grafiekrelaties.

Page 163

6-41 Geef vervolgens de lijst op die de gegevens bevat. De betekenis van de parameters op het scherm hierboven is: Observed ... Naam van de lijst

Page 164

6-42 • De matrix moet ten minste twee rijen ⴛ twee kolommen hebben. Als de matrix slechts één rij of één kolom heeft, verschijnt een foutmelding. •

Page 165

6-43 Na het tekenen van een grafiek kunt u de volgende functies gebruiken voor de grafiekanalyse. • 1(F) ... Weergave van F -waarde. Als

Page 166 - 6. Handmatig tekenen

6-44 Na het instellen van alle parameters gebruikt u c om “Execute” te selecteren en drukt u op een van de volgende functietoetsen om de berekening

Page 167

6-45 Line 4 (ERR) ... Fout df -waarde, SS -waarde, MS -waarde F ... F -waarde p ... p

Page 168 - (overschrijvende grafiek)

1-17 u Gebruik van het menu MATHDruk in de modus Run-Matrix op 4(MATH) om het menu MATH weer te geven. Via dit menu kunt u matrices, afgeleiden, inte

Page 169

6-46 Definieer List 3 (de gegevens voor elke groep) als afhankelijke variabele (Dependent). Definieer List 1 en List 2 (het aantal factoren voor elk

Page 170 - Belangrijk!

6-47 6. Betrouwbaarheidsinterval Een betrouwbaarheidsinterval is een bereik dat een statistische waarde omvat die gewoonlijk het gemiddelde van een p

Page 171

6-48 u Waarop u moet letten bij betrouwbaarheidsintervallen Als u een waarde invoert in het interval van 0 < C-Level < 1 voor C-Level, wordt

Page 172

6-49 u Z -interval voor 1 groep 1-Prop Z Interval gebruikt het aantal gegevens om het betrouwbaarheidsinterval te berekenen voor een onbeken

Page 173 - u Variabelen opgeven

6-50 Hieronder worden de items voor het specificeren van de parametergegevens weergegeven die afwijken van de specificatie voor de lijstgegevens.

Page 174 - u Een tabel genereren

6-51 De normale kansdichtheid berekent de dichtheid van een normale kansverdelingsfunctie voor een opgegeven x -waarde. De normaal cumulatieve

Page 175 - u Het functietype opgeven

6-52 • Het weergavevenster voor het tekenen van grafieken wordt automatisch ingesteld wanneer het configuratiescherm “Stat Wind” is ingesteld op “Aut

Page 176

6-53 Tail:Left bovengrens van het integratie-interval Tail:Right ondergrens van het integratie-interval Tail:Central bovenste en onderste gre

Page 177

6-54 k Student- t -kansverdeling • Student- t kansdichtheid 5(DIST) 2(t) 1(tpd) Student- t kansdichtheid berekent de kansdichtheid ( p ) vo

Page 178

6-55 • Inverse Student- t cumulatieve verdeling 5(DIST) 2(t) 3(Invt) Inverse Student- t cumulatieve verdeling berekent de onderste grenswaard

Page 179 - 8. Een grafiek wijzigen

1-18 Voorbeeld 2 Voer ( )1+252 inA(b+ 'ccf e)x wVoorbeeld 3 Voer 1+ x + 1dx01 in Ab+4(MATH)6(g)1(∫dx) v+b ea fb e w

Page 180

6-56 •  2 cumulatieve verdeling 5(DIST) 3(CHI) 2(Ccd)  2 cumulatieve verdeling berekent de cumulatieve kans van een  2 -verdeling tu

Page 181

6-57 k F -kansverdeling • F kansdichtheid 5(DIST) 4(F) 1(Fpd) F kansdichtheid berekent de F kansdichtheid ( p ) voor een bepaalde enke

Page 182

6-58 • Inverse F cumulatieve verdeling 5(DIST) 4(F) 3(InvF) Inverse F cumulatieve verdeling berekent de onderste grenswaarde van een F cu

Page 183

6-59 • Binomiale cumulatieve verdeling 5(DIST) 5(BINOMIAL) 2(Bcd) Met binomiale cumulatieve verdeling bepaalt u de som van de kanswaarden (cum

Page 184

6-60 Belangrijk! Als de Inverse binomiale cumulatieve verdeling wordt uitgevoerd, gebruikt de rekenmachine de opgegeven Area-waarde en de waarde di

Page 185

6-61 • Poisson cumulatieve verdeling 5(DIST) 6( g) 1(POISSON) 2(Pcd) Met Poisson cumulatieve verdeling bepaalt u de som van de kanswaarden (

Page 186

6-62 Belangrijk! Als de Inverse Poisson Cumulatieve Verdeling wordt uitgevoerd, gebruikt de rekenmachine de gespecificeerde Area-waarde en de waard

Page 187

6-63 • Geometrische cumulatieve verdeling 5(DIST) 6( g) 2(GEO) 2(Gcd) Geometrische cumulatieve verdeling bepaalt u de som van de kanswaarden

Page 188

6-64 Belangrijk! Als de Inverse geometrische cumulatieve verdeling wordt uitgevoerd, gebruikt de rekenmachine de gespecificeerde Area-waarde en de

Page 189

6-65 Voorbeelden berekeningsresultaat Als een lijst is opgegeven Als variabele ( x ) is opgegeven • Voor hypergeometrische cumulat

Page 190

1-19 Voorbeeld 4 Voer 2 ×122122 in Ac*4(MATH)1(MAT/VCT)1(2×2) 'bcc ee !x(')ce e!x(')cee'bcc wu Als de berekening nie

Page 191

6-66 8. Invoer- en uitvoertermen van testen, betrouwbaarheidsinterval en kansverdelingsfuncties In dit hoofdstuk worden de invoer- en de uitvoerterme

Page 192 - + y − 1 in en teken

6-67 Freq...lijst met de frequenties (1 of List 1 tot 26) Freq1...lijst met de frequ

Page 193

6-68 k Uitvoertermen z ... z -score p ... p -waarde t ...

Page 194

6-69 9. Statistische formule k Test Test 1-Sample Z -test z = (o – μ0)/(σ/'n ) 2-Sample Z -test z = (o1 – o2)/ (σ /n1) + (σ /n2)

Page 195 - 13. Functieanalyse

6-70 k Betrouwbaarheidsinterval Betrouwbaarheidsinterval Lower : ondergrens betrouwbaarheidsinterval Upper : bovengrens betrouwbaarheidsinterv

Page 196 - k Grafiek naar tabel

6-71 k Kansverdeling (Continu) Kansverdeling Kansdichtheid Cumulatieve kansverdeling Normale kansverdeling πσ2p(x) = 1e–2 2σ(x – μ)2μ(

Page 197 - k Coördinaten afronden

6-72 k Kansverdeling (afzonderlijk) Kansverdeling Kansdichtheid Binomiale kansverdeling p(x) = nCxpx(1–p)n – x(x = 0, 1, ·······, n) n : a

Page 198

Hoofdstuk 7 Financiële berekeningenBelangrijk!• De resultaten van berekeningen en grafieken met deze functie mogen niet als absoluut genomen worden,

Page 199

k Parameters instellen geeft de standaardinstelling aan.u Payment• {BEGIN}/{END} … {begin}/{einde} van de betalingsperiode invoerenu Date Mode• {365}/

Page 200

• Wanneer een achtergrondafbeelding wordt weergegeven op het grafiekscherm van de modus Financial, kunt u de helderheid van de achtergrondafbeeldingen

Page 201 - Zonewaarde

1-20 u Invoerbeperkingen in de Math invoer/uitvoer-modusDoor bepaalde uitdrukkingen kan een rekenformule verticaal breder zijn dan één schermregel. D

Page 202 - Gebiedswaarde

Druk na het tekenen van een grafiek op !1(TRACE) om de functie Trace in te schakelen en de resultaten op de grafiek af te lezen.Iedere keer dat u druk

Page 203

u I %i (reële rentevoet) i (reële rentevoet) wordt berekend met de methode van Newton. PV + α × PMT + β × FV = 0Tot I % van i (reële rentevoet)n ...

Page 204 - u Het middelpunt berekenen

Belangrijk!Teken van de waardenHet aantal periodes (n) wordt uitgedrukt door een positieve waarde. De startwaarde (PV) of de gekapitaliseerde waarde (

Page 205

4. Evaluatie van een investering (cashflow)Dit toestel gebruikt de methode van de “discounted cash flow” (DCF) om de evaluatie van een investering uit

Page 206

u PBPn: kleinste integer die voldoet aan NPVn < 0, NPVn+1 > 0 of 0 Druk als het scherm Financial 1 opgeroepen is op 3(CASH) om het scherm voor d

Page 207

5. Afschrijving van een leningMet deze rekenmachine kunt u voor een maandelijkse afbetaling berekenen hoeveel kapitaal er afgelost en hoeveel interest

Page 208

• “End” is geselecteerd voor de instelling Payment in het configuratiescherm: BAL0 = PV• “Begin” is geselecteerd voor de instelling Payment in het con

Page 209

Gebruik na het instellen van de parameters een van de volgende functietoetsmenu’s om de overeenkomstige berekening uit te voeren.• {BAL} … {interestde

Page 210

6. Omzetting van nominale rentevoet naar reële rentevoetIn dit deel wordt uitgelegd hoe u de nominale rentevoet omzet in de reële rentevoet.u FormuleA

Page 211

7. Berekening van kosten, verkoopprijs en winstmargeDe kosten, de verkoopprijs of de winstmarge kunnen berekend worden als de twee andere waarden geke

Page 212 - k Taartdiagram

1-21 Deze mogelijkheid kan worden gebruikt met de volgende functies.Functie IntoetsenOorspronkelijke uitdrukkingUitdrukking na invoegingOnechte breuk

Page 213 - k Med-boxdiagram

8. Dag- en datumberekeningenU kunt het aantal dagen berekenen tussen twee gegevens datums, of bepalen wat de datum zal zijn als u bij een bepaalde dat

Page 214 - k Staafdiagram

• Datumberekeningen als het jaar op 360 dagen is ingesteldHieronder wordt uitgelegd hoe de berekeningen worden verwerkt wanneer Date Mode in het conf

Page 215

u Som van jaareenheden-cijfers methode (SYD)SYDj : devaluatieaanslag voor het je jaarRDVj : resterend bedrag voor devaluatie aan het einde van het

Page 216 - u Std

Gebruik na het instellen van de parameters een van de volgende functietoetsmenu’s om de overeenkomstige berekening uit te voeren.• {SL} … {Bereken dev

Page 217

PRC : prijs per $100 of nominale waardeCPN : rentevoet (%)YLD : jaarlijkse opbrengst (%)A : aangegroeide periodeM : aantal rente-uitbetalingen per j

Page 218 - u OnData

d1 ... aankoopdatum (maand, dag, jaar)d2 ... datum van terugbetaling (maand, dag, jaar)RDV ... terugbetalingsprijs per $100 van nomin

Page 219

• Bij elke druk op w als het MEMO-scherm wordt weergegeven, wordt de Rentebetalingsdag (CPD) doorlopend weergegeven vanaf het aflossingskoopjaar tot h

Page 220 - k Regressieanalyse

8-1 Hoofdstuk 8 Programmeren Belangrijk! Invoer in de modus Program wordt altijd gedaan met de Lineaire invoer/uitvoer-modus. 1. Basishan

Page 221

8-2 1 m Program 2 3(NEW) j(O) I(C) /(T) v(A) w 3 !J(PRGM) 4(?) aav(A) 6( g) 5(:) c*!x( ') d*av(A) x6( g) 6( g) 5( ^) !x( ') c

Page 222

8-3 u Een bestandsnaam vastleggen • { RUN } / { BASE } ... openen van een programma {met gewoon rekenwerk}/{met rekenwerk in bepaald talstelsel}

Page 223

ii Inhoud Eerste kennismaking — Lees dit eerst! Hoofdstuk 1 Basisbewerking 1. Toetsen ...

Page 224 - k Machtsregressiegrafiek

1-22 • Merk de volgende bewerkingen van de cursor op die u kunt gebruiken bij het invoeren van een berekening met de Math invoer/uitvoer-modus. Om

Page 225

8-4 u Een programma invoeren —— 2(BASE) * * De programma’s die u invoert na het drukken op 2(BASE) worden aangeduid door B rechts van de be

Page 226

8-5 • Drukken op J helpt u niet de fout te vinden als het wachtwoord dit niet toelaat. u Debuggen als de resultaten niet zijn wat u verwacht Als h

Page 227

8-6 • Wat u niet kunt opzoeken op deze manier, zijn de tekens ( _) (nieuwe regel) en ( ^) (uitvoer). • Als de programma-inhoud op het scherm staat,

Page 228 - k Regressieberekeningen

8-7 k Een bestand zoeken u Een bestand met gegeven beginletters vinden Voorbeeld Zoek met behulp van de beginletters het programmabestand OCTA

Page 229

8-8 u Regels voor converteren van programma’s en tekstbestanden Conversie van programma’s en tekstbestanden is gebonden aan de volgende regels. •

Page 230

8-9 Belangrijk! Een met een wachtwoord beveiligd programma kan niet in een tekstbestand worden omgezet. Voor het converteren van een met een wacht

Page 231

8-10 k Een wachtwoord registreren Als u een programma maakt, kunt u dit beveiligen met een (geheim) wachtwoord zodat het niet door om het even wie

Page 232

8-11 k Een met een wachtwoord beveiligd programma oproepen 1. Wanneer de lijst met bestandsnamen op het scherm staat, doorloopt u deze met f en c,

Page 233

8-12 In deze paragraaf worden bij de beschrijving van de opdrachten de volgende afspraken gebruikt. {Accolades} ... Accolades

Page 234

8-13 : (Opdracht voor meervoudige instructies) Functie: Koppelt twee instructies aan elkaar opdat ze in volgorde en zonder onderbreking na elkaar

Page 235

1-23 k Resultaten weergeven in de Math invoer/uitvoer-modus Breuken, matrices, vectoren en lijsten die in de Math invoer/uitvoer-modus worden aangem

Page 236

8-14 Parameters: voorwaarde, numerieke uitdrukking Beschrijving: (1) If ~ Then ~ IfEnd • Als de If-voorwaarde waar is, wordt de Then-instru

Page 237 - 5. Testen

8-15 Parameters: numerieke uitdrukking Beschrijving: • Deze opdracht herhaalt alle instructies ingesloten in de lus, zolang de voorwaarde waar

Page 238 - Z -tests

8-16 Prog Functie: Deze opdracht start een subprogramma in een programma. In de modus Run-Matrix voert deze opdracht een nieuw programma uit.

Page 239 - Z - test op 2 steekproeven

8-17 Stop Functie: Deze opdracht beëindigt de uitvoering van een programma. Syntaxis: Stop Beschrijving: • Deze opdracht beëindigt de uitvo

Page 240 - u Z - test op 1 groep

8-18 Isz (Sprong met een teller) Functie: Deze opdracht is een sprong met een teller die de waarde van een referentievariabele vermeerdert met één

Page 241 - k t -tests

8-19 Menu Functie: Maakt een vertakkingsmenu in een programma. Syntaxis: Menu "<string (menunaam)>", "<string (vertakki

Page 242

8-20 ClrMat Functie: Deze opdracht wist de gegevens van een matrix. Syntaxis: ClrMat <naam matrix> ClrMat Parameters: naam ma

Page 243

8-21 • DrawFTG-Con tekent die grafiek door middel van verbonden punten. DrawFTG-Plt tekent die grafiek door middel van discrete punten. DrawGraph

Page 244 - k 

8-22 PlotPhase Functie: Tekent een faseplot op basis van numerieke reeksen die overeenkomen met de x -as en y -as. Syntaxis: PlotPhase < x

Page 245 - tweedimensionale test

8-23 Locate Functie: Deze opdracht schrijft (een aantal) alfanumerieke tekens op een welbepaalde plaats op het scherm. Syntaxis: Locate <kol

Page 246 - ¯ x

1-24 k GeschiedenisfunctieDe geschiedenisfunctie bewaart de geschiedenis van rekenuitdrukkingen en resultaten van de Math invoer/uitvoer-modus. Er wo

Page 247 - k ANOVA

8-24 Receive( / Send( Functie: Deze opdracht regelt het ontvangen van gegevens van en het verzenden van gegevens naar een aangesloten toestel. S

Page 248

8-25 k Strings Een string is een reeks tekens die tussen dubbele aanhalingstekens staan. In een programma worden strings gebruikt om weer te geven

Page 249 - u Oplossing

8-26 StrInv( Functie: Keert de volgorde van een string om. Syntaxis: StrInv("<string>"[)] StrJoin( Functie: Voegt “<st

Page 250 - u Resultaten

8-27 StrRotate( Functie: Draait het linkerdeel en het rechterdeel van een string om, bij het n -e teken. Syntaxis: StrRotate("<string&

Page 251 - 6. Betrouwbaarheidsinterval

8-286. Rekenmachinefuncties gebruiken bij het programmerenk Gebruik van kleuropdrachten in een programmaMet kleuropdrachten kunt u kleuren instellen v

Page 252 - k Z -interval

8-29- De volgende opdrachten kunnen ook samen met kleuropdrachten worden gebruikt. Zie de pagina’s die tussen haakjes worden genoemd voor meer inform

Page 253 - k t -interval

8-30k Weergave van tekstOm een tekst in te voegen in een programma, moet u deze tekst bij het invoeren tussen aanhalingstekens plaatsen. De tekst zal

Page 254 - 7. Kansverdelingsfuncties

8-31u Twee rijen van plaats verwisselen (Swap)Voorbeeld 1 Verwissel in de volgende matrix rij 2 en rij 3 van plaats: Matrix A = 1 23 45

Page 255

8-32u Een rij optellen bij een andere rij (Row+)Voorbeeld 4 Tel in de matrix uit voorbeeld 1 rij 2 op bij rij 3De syntaxis die u moet gebruiken is de

Page 256 - k Normale kansverdeling

8-33• Graph Color SetG-Color <kleuropdracht>, <gebied van grafiek>…... gebied: 1 tot 20 SetG-Color <kleuropdracht>, <element

Page 257

1-25 k Bewerkingen in de Math invoer/uitvoer-modusDit gedeelte geeft berekeningsvoorbeelden van de Math invoer/uitvoer-modus.• Voor details over bere

Page 258

8-34k Achtergrondafbeeldingen in een programmaU kunt de “Background”-instelling wijzigen op het configuratiescherm van een programma. • Syntaxis wanne

Page 259

8-35k Tabellen afgeleid van rijen en reeksen in een programmaTabellen afgeleid van rijen en reeksen kunt u in een programma verwerken. Van zo’n tabel

Page 260 - • Inverse 

8-36k Lijsten sorteren in een programmaMet deze opdrachten kunt u gegevens van lijsten sorteren van klein naar groot (stijgend) of van groot naar klei

Page 261 - F -kansverdeling

8-37Als “MedBox” voor het Graph Type is geselecteerd:• Outliers Aan/Uit-instelling• Boxkleurinstelling (een van de zeven kleuren*)• Haarkleurinstellin

Page 262 - k Binomiale kansverdeling

8-38• U legt de karakteristiek voor een regressiekromme (bijvoorbeeld een lineaire regressie ten opzichte van het gemiddelde) als volgt vast: S-Gph

Page 263

8-39k Kansverdelingsgrafieken in een programmaEr worden speciale opdrachten gebruikt om kansverdelingsgrafieken in een programma te tekenen.• Om een

Page 264 - k Poisson-kansverdeling

8-40 • Teken een 2 cumulatieve verdelingsgrafiekDrawDistChi <Lower>, <Upper>, <df> Aantal vrijheidsgraden Bovengrens van de gegeve

Page 265

8-41k Statistische berekeningen uitvoeren in een Programma• Berekeningen op statistische waarnemingen met één variabele 1-Variable List1, List 2Li

Page 266

8-42• Logistieke regressieberekeningLogisticReg List 1, List 2y-waarden (YList)x-waarden (XList)k Kansberekeningen in een programma uitvoeren• De volg

Page 267

8-43• Student-t-kansverdelingtPD(: Geeft als resultaat de Student-t-kansdichtheid (p-waarde) voor de gespecificeerde gegevens.Syntaxis: tPD(x, df [)]•

Page 268

1-26 k Matrix-/vectorberekeningen in de Math invoer/uitvoer-modusu De dimensies van een matrix/vector vastleggen1. Druk in de modus Run-Matrix op !m(

Page 269

8-44• F-kansverdelingFPD(: Geeft als resultaat de F-kansdichtheid (p-waarde) voor de gespecificeerde gegevens.Syntaxis: FPD(x,ndf,ddf [)]• Voor x kan

Page 270 - k Invoertermen

8-45• Poisson-kansverdelingPoissonPD(: Geeft als resultaat de Poisson-kans (p-waarde) voor de gespecificeerde gegevens.Syntaxis: PoissonPD(x, [)]• Vo

Page 271

8-46• Hypergeometrische kansverdelingHypergeoPD(: Geeft als resultaat de hypergeometrische kans (p-waarde) voor de gespecificeerde gegevens.Syntaxis:

Page 272 - k Uitvoertermen

8-47TwoSampleZTest: Voert 2-sample Z-testberekening uit.Syntaxis: TwoSampleZTest "1 condition", σ1, σ2, o1, n1, o2, n2Uitvoerwaarden: z, p

Page 273 - 9. Statistische formule

8-48• 2 TestChiGOFTest: Voert Chi-kwadraat-toets voor aanpassingstest uit.Syntaxis: ChiGOFTest List 1, List 2, df, List 3 (List 1 is de Observed-

Page 274 - k Betrouwbaarheidsinterval

8-49Uitvoerwaarden: Adf, Ass, Ams, AF, Ap, Bdf, Bss, Bms, BF, Bp, ABdf, ABss, ABms, ABF, ABp, ERRdf, ERRss, ERRms worden toegekend aan de respectieve

Page 275 - k Kansverdeling (Continu)

8-50• Een samengestelde interest berekenenOpmerking: • P/Y en C/Y kunnen voor alle samengestelde interestberekeningen worden weggelaten. Als ze worden

Page 276 - λ

8-51Amt_ΣINT: Geeft het totale kapitaal en betaalde interest van betaling PM1 tot PM2.Syntaxis: Amt_ΣINT(PM1, PM2, I%, PV, PMT, P/Y, C/Y)Amt_ΣPRN: G

Page 277 - Financiële berekeningen

8-527. Lijst met opdrachten in de modus ProgramRUN-programma 4(MENU)-toets Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opdracht STAT DRAW OnDrawOnOffDrawOff

Page 278 - PV, SI, en SFV. Drukt

8-53Σan+2ΣΣan+2ΣbnΣbnΣbn+1Σbn+1Σbn+2Σbn+2ΣcnΣcnΣcn+1Σcn+1Σcn+2Σcn+2RANGE a0Sel_a0a1Sel_a1GRHCLRSetG-Color_ K-toets Niveau 1 Niveau 2 Niveau

Page 279 - SFV = –(PV + SI' )

1-27 u Elk element van een matrix een waarde toekennenVoorbeeld Voer de onderstaande berekening uitDe volgende bewerking is het vervolg van het reke

Page 280 - , = (1 + )

8-54s[s]min[min]h[h]day[day]week[week]yr[yr]s-yr[s-yr]t-yr[t-yr]TMPR°C[°C]K[K]°F[°F]°R[°R]VELOCITY m/s[m/s]km/h[km/h]knot[knot]ft/s[ft/s]mile/h[mile/h

Page 281 - { }

8-55I%Cmpd_I%(PVCmpd_PV(PMTCmpd_PMT(FVCmpd_FV(CASH NPVCash_NPV(IRRCash_IRR(PBPCash_PBP(NFVCash_NFV(AMORTZN BALAmt_BAL(INTAmt_INT(PRNAmt_PRN(ΣINTAmt_ΣI

Page 282

8-56a2a2b0b0b1b1b2b2c0c0c1c1c2c2anStartanStartbnStartbnStartcnStartcnStartResultR_ResultEQUATION SimResSim_ResultSimCoefSim_CoefPlyResPly_ResultPlyCoe

Page 283 - NFV = NPV × (1 + i )

8-57ENG OnEngOnOffEngOffEngEngSKT/LIN —S-L-Normal—S-L-Thick·····S-L-Broken······S-L-Dot—S-L-ThinDRAW ConnectG-ConnectPlotG-PlotDERIV OnDerivOnOffDeriv

Page 284 - +1 > 0 of 0

8-58BASE-programma 4(MENU)-toets Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Opdracht d~o ddhhbbooLOGIC NegNeg_NotNot_andandororxorxorxnorxnorDISPLAY'D

Page 285

8-59* 7 Opdrachten voor metrieke omzetting (opdrachten opgenomen in K6( g) 1(CONVERT)) worden alleen ondersteund wanneer de invoegtoepassing Metric

Page 286 - 4(AMORTZN)

8-608. Wetenschappelijke CASIO-specifieke functieopdrachten ⇔ Tekstconversietabel In onderstaande tabel staan de speciale tekststrings en de bijbeho

Page 287 - INT en PRN weergegeven als n

8-61 Opdracht Tekst ffemtoppiconnanoμmicrommillikkiloMMegaGGigaTTeraPPetaEExa^Disps↵(CR)→->×10ExpEExpE≤<=≠<>≥>=⇒=>f1f1f2f2f3f3f

Page 288

8-62 Opdracht Tekst e^ e^Int IntNot Not^^×½oror!!rradminYminYminXminXnStatnsinh−1 sinh^−1cosh−1 cosh^−1tanh−1 tanh^−1b&b10(10)Frac

Page 289

8-63 Opdracht Tekst PVFinancialPVPMTFinancialPMTFVFinancialFVList1List1List2List2List3List3List4List4List5List5List6List6Q1Q1Q3Q3x1x1y1y1x2x2y

Page 290 - 8. Dag- en datumberekeningen

1-28 k Graph-modi en Equation-modus gebruiken in de Math invoer/uitvoer-modusMet de Math invoer/uitvoer-modus in de volgende modi kunt u numerieke ui

Page 291 - 9. Devaluatie

8-64 Opdracht Tekst [mm][mm][cm][cm][m][m][km][km][Mil][Mil][in][in][ft][ft][yd][yd][fath][fath][rd][rd][mile][mile][nmile][n_mile][acre][acre][

Page 292

8-65 Opdracht Tekst BG-NoneBG-NoneBG-Pict BG-PictGridOffGridOffGridLineGridLineGridOnGridOnExp(a·b^x)Exp(a^bx)DVar DVarQ1Q3TypeStdQ1Q3TypeS

Page 293 - 10. Obligatieberekeningen

8-66 Opdracht Tekst InvTCD(InvTCD(ChiPD(ChiPD(ChiCD(ChiCD(InvChiCD(InvChiCD(FPD(FPD(FCD(FCD(InvFCD(InvFCD(BinomialPD(BinomialPD(BinomialCD(Binomi

Page 294 - (N–1+B/D ) (k–1+B/D )

8-679. Programmablad • Controleer of het aantal vrije geheugenbytes voldoende is voor het programma. Programmanaam Ontbinden in factoren Beschrijvi

Page 295

8-68 Program Name Ellipse Beschrijving Dit programma toont een getallentabel met de volgende waarden op basis van de invoer van de brandpunten van

Page 296

9-1Hoofdstuk 9 SpreadsheetDe spreadsheettoepassing biedt krachtige, mobiele spreadsheetfuncties.Alle bewerkingen in dit hoofdstuk gebeuren in de mod

Page 297 - Hoofdstuk 8 Programmeren

9-2Beperkingen voor de modus SpreadsheetDe maximale bestandsgrootte die door de modus Spreadsheet kan worden behandeld, is 30 kilobytes. De werkelijke

Page 298

9-3• {STORE} ... Toont het volgende submenu STORE.• {VAR}/{LIST}/{FILE}/{MAT}/{VCT}• {RECALL} ... Toont het volgende submenu RECALL.• {LIST}/{FILE}/{M

Page 299

9-4u Een bestand opslaan onder een andere naam1. Druk op 1(FILE)3(SAVE • AS).2. Voer maximaal acht tekens in als nieuwe bestandsnaam in het dialoogven

Page 300

9-5u Spreadsheetinhoud opslaan als een CSV-bestand1. Druk indien nodig op 1(FILE)4(RECALCS) om de spreadsheetinhoud opnieuw te berekenen.• Denk erom d

Page 301

1-29 Voorbeeld 2 Voer in de modus Graph de functie y=x2−x−1dx∫x41210 in en teken vervolgens de grafiek.Zorg ervoor dat de standaardinstellingen zijn

Page 302 - 4. Bestandsbeheer

9-6k Gebruik van de celcursorDe celcursor geeft aan welke cel op een spreadsheet is geselecteerd. De cel die is geselecteerd met de celcursor, wordt g

Page 303 - k Een bestand zoeken

9-7u De celcursor verplaatsen met de opdracht JUMPOm de celcursor te verplaatsen naar: Doet u dit: Een bepaalde cel 1. Druk op 2(EDIT)4(JUMP)1(GO)

Page 304

9-8k Basis gegevensinvoer (constanten, tekst, formule)Hieronder worden eerst enkele basisprocedures besproken die altijd van toepassing zijn, ongeacht

Page 305

9-9k Een constante invoeren (waarde, berekeningsresultaat, reeks getallen) in een celEen constante is een waarde die vaststaat nadat de invoer is beëi

Page 306

9-10Optie Beschrijving 1st Cell Voer de verwijzingsnaam (A1, B2, enzovoort) in van de cel waar u de eerste waarde wilt plaatsen van de reeks getal

Page 307 - k Index van de opdrachten

9-11u Voorbeeld van het invoeren van een formuleA B C 1 PRICE QUANTITY TOTAL 2 35 15 525 3 52 15 780 4 78 20 1560

Page 308 - k Basisopdrachten

9-12u Een celverwijzingsnaam invoeren met de opdracht GRABVerplaats de celcursor naar cel B1 en voer vervolgens de volgende bewerking uit. !.(=)1(GRA

Page 309 - numerieke uitdrukking

9-13k Celopmaak opgevenVoor elke cel kunt u de tekstkleur, de celkleur en de lichtheid van de celkleur (Normal of Lighter) opgeven. u Celopmaak opgeve

Page 310 - numerieke uitdrukking

9-14k Celinhoud kopiëren en plakkenU kunt de inhoud van een of meer cellen kopiëren en op een andere locatie plakken. Wanneer u de kopieerbewerking ui

Page 311

9-15Wanneer u een celbereik knipt en plakt, worden verwijzingsnamen die van invloed zijn op relaties binnen het bereik dienovereenkomstig gewijzigd wa

Page 312

1-30 5. Menu Optie (OPTN)In het optiemenu vindt u wetenschappelijke functies en notaties die niet op het toetsenbord van de rekenmachine zijn aangedu

Page 313 - k Sprongopdrachten (JUMP)

9-16k Dezelfde formule invoeren in een bereik van cellenGebruik de opdracht Fill als u dezelfde formule wilt invoeren in een opgegeven bereik van cell

Page 314

9-17k Constante gegevens sorterenAlleen constante gegevens kunnen worden gesorteerd. U kunt meerdere kolommen in een rij of meerdere regels in een kol

Page 315 - k Wisopdrachten (CLEAR)

9-18u Een rij of kolom met lege cellen invoegen1. Verricht een van de volgende handelingen om aan te geven waar en hoeveel rijen of kolommen moeten wo

Page 316 - Geen parameters

9-193. Speciale opdrachten gebruiken in de modus SpreadsheetDe modus Spreadsheet biedt een aantal speciale opdrachten zoals CellSum( waarmee u de som

Page 317

9-20Opdracht Beschrijving CellMedian((Mediaan van cellen) Retourneert de mediaanwaarde in een bepaald celbereik.Invoertoetsbewerking: 5(CELL)4(

Page 318

9-214. Voorwaardelijke opmaakDe functie voor voorwaardelijke opmaak kan worden toegepast voor het definiëren van voorwaardelijke expressies (zoals as

Page 319

9-22• Type: ExpressionGebruik dit type voorwaarde voor het bepalen van een voorwaarde op basis van een formule (zoals CelMin(A1:B10)≤C1) die verwijst

Page 320

9-236. Gebruik f en c om “Format” te markeren en druk op 1(SETFORM).• Voer in het weergegeven dialoogvenster FORMAT de stappen 3 en 4 uit van de proce

Page 321 - k Strings

9-24Hieronder ziet u de basissyntaxis voor het invoeren van waarden voor V1, V2 en Value.• Markeer de regel waarvan u de instelling wilt wijzigen, voe

Page 322

9-25- 2(ERROR) ... Voert “ERROR” in in de voorwaardelijke expressie. U kunt dit bijvoorbeeld gebruiken voor de invoer A1=ERROR. De beslissing hangt er

Page 323 - k Andere opdrachten

1-31 6. Menu variabelen (VARS)Als u variabelen wilt oproepen, drukt u op J om het menu voor variabelen weer te geven.{V-WIN}/{FACTOR}/{STAT}/{GRAPH}/

Page 324

9-26u Procedure 1. Selecteer het celbereik B3:C4. 2. Druk op 6(g)5(CONDIT) om het scherm Condition weer te geven.• Condition1 wordt eerst weergegeven

Page 325

9-275. Statistische grafieken tekenen en statistische en regressieberekeningen makenOm het verband tussen twee gegevenssets (bijvoorbeeld de temperatu

Page 326

9-28k Bewerkingen op het scherm met algemene grafiekinstellingenVia het scherm met algemene grafiekinstellingen kunt u aangeven welke gegevens moeten

Page 327

9-29Optie Beschrijving Frequency Bepaalt welke cellen waarden bevatten die de frequentie van elk grafiekitem aangeven. Selecteer 1(1) als u geen f

Page 328 - Naam van de matrix

9-30k Het gegevensbereik voor statistische berekeningen opgevenVia een speciaal instelscherm kunt u het gegevensbereik bepalen dat moet worden gebruik

Page 329

9-31k Vergelijkende tabel voor functiemenu van modus Statistics en modus SpreadsheetIn de modus Statistics en de modus Spreadsheet zijn de statistisch

Page 330

9-32Bij het tekenen van een taartdiagram of staafdiagram wijken alleen de instellingen voor Color Link (pagina 6-3) af van de instellingen in de modus

Page 331

9-33 3. Voer de volgende bewerking uit voor het weergeven van het scherm met algemene grafiekinstellingen: 6(g)1(GRAPH)6(SET).• De instellingen “Cate

Page 332

9-346. Geheugen modus SpreadsheetU kunt de verschillende geheugens van de rekenmachine (variabelen, lijstgeheugen, bestandsgeheugen, matrixgeheugen, v

Page 333

9-35Belangrijk!Hieronder staat beschreven wat er gebeurt wanneer u gegevens probeert op te slaan in een geheugen als een cel geen gegevens bevat, als

Page 334

iii 11. Grafieken van kegelsneden tekenen ... 5-50 12. Punten, lijnen

Page 335

1-32 • {PTS} ... {menu voor recapitulatieve punten} • {x1}/{y1}/{x2}/{y2}/{x3}/{y3} ... coördinaten van de recapitulatieve punten • {INPUT} ..

Page 336

9-36Geheugentype OproepbewerkingVectorgeheugen(Vct A ~ Vct Z)U kunt gegevens van een opgegeven vectorgeheugen oproepen naar een reeks cellen in één ri

Page 337

10-1 Hoofdstuk 10 eActivityU kunt de modus eActivity gebruiken om gegevens in een eActivity-bestand te plaatsen. U kunt tekst, numerieke uitdrukkin

Page 338 - tail (Left, Right, Central)

10-2Hieronder wordt uitgelegd welke soorten gegevens u in een eActivity-bestand kunt invoeren en bewerken. Tekstregel ...In een tekstregel k

Page 339 - -kansverdeling

10-3 k Functiemenu Werkruimte De inhoud van het functiemenu in de werkruimte hangt af van de huidige geselecteerde regel (of strip). • Gangbare me

Page 340 - F-kansverdeling

10-4 • { COLOR } ... Toont het volgende COLOR-submenu. • { MARKER } ... Activeert de markeringsmodus voor het markeren van tekst (pagina 10-10).

Page 341 - • Geometrische kansverdeling

10-5 2. Voer maximum 8 tekens in voor de bestandsnaam en druk vervolgens op w. • Er wordt een scherm met een lege werkruimte geopend. Cursor

Page 342 - • Z-test

10-6 4. Invoeren en bewerken van gegevens Alle bewerkingen in dit gedeelte worden uitgevoerd op het werkruimtescherm van de eActivity. Gebruik de pr

Page 343 - • t Test

10-7 • “CALC” wordt weergegeven voor de F3-functiemenuoptie als de cursor in een wiskundige regel staat. Door te drukken op 3(CALC) wijzigt u de wis

Page 344 - • F Test

10-8 u Een berekeningsformule in eActivity invoeren 1. Verplaats de cursor naar een wiskundige regel. • Zolang de cursor in een wiskundige regel s

Page 345 - • Setupopdrachten

10-9 u Matrixberekeningen met behulp van de Matrix Editor Door het selecteren van { 'MAT/VCT} in het functiemenu wordt de Matrix Editor weerge

Page 346

1-33 u TABLE — Het interval en de inhoud van een tabel van een (grafiek-)functie oproepen • {Start}/{End}/{Pitch} ... {beginwaarde}/{eindwaarde}/{to

Page 347 - I%, PV, PMT, P/Y, C/Y)

10-10 u Een regeleinde invoegen In het functiemenu, selecteer {INSERT} en daarna {STOP} om een regeleinde boven de huidige geselecteerde regel of st

Page 348

10-11 u Tekstkleur wijzigen 1. Plaats de cursor aan het begin (of einde) van de tekst waarvan u de kleur wilt wijzigen. 2. Druk op 6( g) 5(COLOR)

Page 349

10-12 u Een notitie aan een regel toevoegen 1. Verplaats de cursor naar de tekstregel of wiskundige regel waaraan u een notitie wilt toevoegen. 2

Page 350

10-13 u De tekst van een bestaande notitie wijzigen 1. Verplaats de cursor naar de regel waaraan de notitie is toegevoegd die u wilt bewerken. 2.

Page 351

10-14 k Een afbeelding (foto) invoegen Zie de volgende tabel voor een overzicht van de ondersteunde bestandsgrootten voor afbeeldingen die u in een

Page 352

10-15 u Een afbeelding invoegen 1. Gebruik f en c om de cursor naar de locatie te verplaatsen waar u de afbeelding wilt invoegen. 2. Als de curs

Page 353

10-16 u Een rand om een afbeelding toevoegen 1. Gebruik f en c om de afbeelding te selecteren waaraan u een rand wilt toevoegen. 2. Druk op !f(

Page 354

10-17 Stripgegevenstypes Gegevenstype StripnaamRekengegevens Run-Matrix-modus (wanneer de Run-Matrix-modus wordt opgeroepen vanuit een eActivity, st

Page 355

10-18 u Een strip invoegen 1. Verplaats de cursor naar de positie waar u de strip wilt invoegen. 2. Druk op 2(STRIP). • In het dialoog

Page 356 -  max-opdracht

10-19 8. Voer de functie in waarvan u een grafiek wilt maken. (Voorbeeld: Y = 21 x 2 – 1) 9. Druk op 6(DRAW). • Er wordt een gr

Page 357

1-34 7. Programmeermenu (PRGM)Als u het programmeermenu (PRGM) wilt weergeven, activeert u eerst de modus Run-Matrix of Program vanuit het hoofdmenu

Page 358

10-20 Hieronder staan de functiemenuopties van het scherm Notes beschreven. • { JUMP }... Laat een JUMP-menu verschijnen om naar het begin ( 1(TOP))

Page 359

10-21 u Schakelen tussen de werkruimte van eActivity en een toepassingsscherm dat vanuit een strip is opgeroepen Druk op !a( ' ). Bij elke d

Page 360

10-22 k Een bestand opslaan Gebruik de procedures in dit hoofdstuk om een bestand op te slaan na invoer of bewerking via de werkruimte. eActivit

Page 361

10-23 k eActivity-scherm over het geheugengebruik weergeven De maximumgrootte van een eActivity-bestand is ong. 29.000 bytes.* Via het eActivity-s

Page 362

11-1 Hoofdstuk 11 Geheugenbeheer Deze rekenmachine beschikt over hoofdgeheugen en opslaggeheugen voor de opslag van gegevens. Het hoofdgeheugen

Page 363 - 9. Programmablad

11-2 • Gebruik de cursortoetsen f en c om het gewenste pictogram aan te klikken, en controleer het aantal geheugenbytes dat door elk gegevenstype w

Page 364 - Program Name Ellipse

11-3 U kunt de volgende gegevens controleren. Hoofdgeheugen Opmerking Voor informatie over de kolom “Overwrite Check” in de onderstaande tabel

Page 365 - Spreadsheet

11-4Pictogram/gegevensnaam InhoudControle op overschrijven MAT n (n = A tot Z en Ans)Matrix Ja VCT n (n = A tot Z en Ans)Vector Ja @PICTPLTPicture Plo

Page 366

11-5Pictogram Bestandsextensie Beschrijving.g3p Afbeeldingsbestanden.g3b Flipbook-bestanden.bmp Bitmapbestanden.txt Tekstbestanden.csv CSV-bestanden.p

Page 367

11-6u Een map hernoemen 1. Selecteer in het informatievenster van het opslaggeheugen de map die u wilt hernoemen. 2. Druk op 4(FOLDER) 2(RENFLDR) o

Page 368

1-35 8. Werken met het configuratieschermIn elke modus is er een scherm waarin u de actuele instellingen (= configuratie) voor die modus kunt control

Page 369

11-7 k Gegevens selecteren • Druk op 1(SELECT) om het aangeklikte item te selecteren. Dit item wordt aangeduid door de selectieaanwijzer (  ) die

Page 370

11-8 k Gegevens kopiëren u Kopiëren van het hoofdgeheugen naar het opslaggeheugen Voer de volgende stappen uit om de geselecteerde gegevens in één

Page 371

11-9 u Kopiëren van het opslaggeheugen naar het hoofdgeheugen 1. Selecteer in het informatievenster van het opslaggeheugen het bestand dat u wilt k

Page 372

11-10 Controle op niet-overeenkomende types Alleen bestanden met de bestandsnaamextensie .g1m, .g2m, .g3m, .g1r of .g2r kunnen vanuit het opslagg

Page 373

11-11 k Een reservekopie maken van de gegevens in het hoofdgeheugen (back-up) u Een reservekopie maken van gegevens in het hoofdgeheugen (back-up)

Page 374

11-12 u Reservekopiegegevens terugzetten in het hoofdgeheugen 1. Druk in het beginscherm van de modus Memory op 4(BACKUP). • In het scherm dat

Page 375

11-13 k Het opslaggeheugen optimaliseren Wanneer u veelvuldig gegevens opslaat en laadt, kan het opslaggeheugen gefragmenteerd raken. Als gevolg hi

Page 376

12-1 Hoofdstuk 12 Systeembeheer Gebruik Systeembeheer om systeeminformatie te bekijken en om systeeminstellingen te doen. 1. Systeembeheer gebrui

Page 377

12-2 k Instellingen energiebesparing u Stel de automatische uitschakeltijd in Wanneer het beginscherm van de modus System wordt weergegeven, dr

Page 378

12-3 k Systeemtaal instellen Met de optie LANGUAGE kunt u bepalen in welke taal ingebouwde toepassingen worden weergegeven. u De berichttaal kiez

Page 379

1-36 u Func Type (type grafiekfunctie)Als u een van de volgende functietoetsen indrukt, verandert ook de functie van de toets v. • {Y=}/{r=}/{Parm}/

Page 380

12-4 k Versielijst Gebruik VERSION (versie) om de versie van het besturingssysteem weer te geven. u Versiegegevens bekijken 1. Druk in het beg

Page 381

12-5 De volgende tabel toont de functies van de functietoetsen. U kunt de functietoetsen gebruiken om specifieke gegevens te wissen. Functies

Page 382

12-6 Opmerking Wanneer u op 6( g) 2(ALL) hebt gedrukt om alle instellingen te initialiseren, moet u een aantal begininstellingen configureren, net

Page 383 - Spreadsheet

12-7 k Gebruikersnaam Aan de hand van de procedure in dit gedeelte kunt u zich registreren als gebruiker van deze rekenmachine door uw naam en orga

Page 384

12-8 u De gebruikersnaam en organisatie verwijderen 1. Druk op het eerste scherm van de System -modus op 6( g) 2(UserName) om het scherm voor de

Page 385 - 4. Voorwaardelijke opmaak

13-1 Hoofdstuk 13 Gegevenscommunicatie In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u gegevens tussen een rekenmachine en een computer of twee rekenmachine

Page 386

13-2 2. Druk op 1(On). De activeringsfunctie wordt ingeschakeld en het hoofdmenu voor gegevenscommunicatie wordt weer weergegeven. 3. Zet het ont

Page 387

13-3 1. Gegevenscommunicatie tussen de rekenmachine en een computer Wanneer u een USB-verbinding tussen de rekenmachine en een computer tot stand br

Page 388

13-4 3. Druk op 1(USB Flash). • Het bericht “Preparing USB” wordt weergegeven op de rekenmachine. Voer geen bewerkingen uit op de rekenmachine. W

Page 389

13-5k Gegevens tussen de rekenmachine en een computer overdragen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de rekenmachine verbindt met de computer en het

Page 390

1-37 u List File (toekennen van een lijstnummer) • {FILE} ... {kent een lijstnummer toe}u Sub Name (naam van de lijst) • {On}/{Off} ... {weergave}/

Page 391

13-6Groepsnaam hoofdgeheugenMapnaam @MainMemItemnaam hoofdgeheugenBestandsnaam @MainMemROOT ROOTCONICS CONICS.g3mDYNA MEM DYNA MEM.g3mEQUATION EQUATIO

Page 392

13-7 • Als u niet-ondersteunde bestanden of mappen in de map @MainMem plaatst, worden deze verplaatst naar de map “SAVE-F” in het opslaggeheugen van

Page 393

13-8 u Een programma gemaakt op de rekenmachine bewerken op de computer 1. Gebruik de modus Program op de rekenmachine om het programma te maken.

Page 394

13-9 k Aandachtspunten bij USB-verbindingen • Afhankelijk van uw besturingssysteem, voert u een van de volgende bewerkingen op de computer uit om d

Page 395

13-10 2. Gegevenscommunicatie tussen twee rekenmachines k Twee rekenmachines verbindenIn de volgende procedures wordt beschreven hoe u twee rekenma

Page 396

13-11 k Gegevens overdragen Verbind de beide rekenmachines en voer de volgende procedures uit. Ontvangende rekenmachineAls u de rekenmachine zo wi

Page 397

13-12 u Een verzending uitvoeren Wanneer u de te verzenden gegevens hebt geselecteerd, drukt u op 6(TRANSMIT). Er wordt een bericht weergegeven wa

Page 398 - 6. Geheugen modus Spreadsheet

13-13 Druk op 1(Yes) om de bestaande gegevens op de ontvangende rekenmachine te vervangen door de nieuwe gegevens of op 6(No) om naar het volgende g

Page 399

13-14 In de volgende tabel wordt weergegeven hoe elk gegevenstype wordt verwerkt wanneer u gegevens van deze rekenmachine (GRAPH90+ E) overdraagt naa

Page 400

13-15 *7 De puntwaarde in het weergavevenster wordt opnieuw berekend op basis van het aantal schermpunten van de ontvangende rekenmachine. *8 Geg

Page 401 - Hoofdstuk 10 eActivity

1-38 u Slope (instellen van de weergave van de richtingscoëfficiënt (m) van de raaklijn in een punt van een kegelsnede) • {On}/{Off} ... {weergave}/

Page 402 - 2. eActivity-functiemenu’s

13-16 3. De rekenmachine verbinden met een projector U kunt de rekenmachine met een CASIO-projector verbinden en de inhoud van het scherm van de rek

Page 403 - k Functiemenu Werkruimte

14-1Hoofdstuk 14 Geometry1. Geometry-modusoverzichtIn de Geometry-modus kunt u geometrische objecten tekenen en analyseren. Kies in het hoofdmenu de

Page 404 - u Een nieuw bestand maken

14-2k MenufunctiesIn de volgende tabellen ziet u de menuopties die in elk van de menu’s in de Geometry-modus verschijnen. u 1(File)Om dit te doen: S

Page 405 - u Een bestand zoeken

14-3u 3(Draw)Om dit te doen: Selecteer deze menuoptie: Een punt uitzetten 1:Point Een lijnstuk tekenen 2:Line Segment Een rechte lijn tekenen

Page 406 - Tekstregel cursor

14-4u 5(Transform)Om dit te doen: Selecteer deze menuoptie: Een object spiegelen 1:Reflection Een object verschuiven volgens specifieke waarden

Page 407

14-5u K(Option)e(Properties)Om dit te doen: Selecteer deze menuoptie: Het geselecteerde object naar voren halen 1:to the front Het geselecteerd

Page 408

14-6k Bestanden Geometry-modus beherenIn dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe gegevens in Geometry-modus naar bestanden kunnen worden opgeslagen, en hoe

Page 409

14-7u Een bestand wissen1. Voer de volgende bewerking uit: 1(File) – 2:Open. • Er verschijnt een menu met bestaande bestanden. 2. Verplaats de markeri

Page 410 - u Tekstmarkering opheffen

14-8k Een achtergrondafbeelding voor de Geometry-modus weergevenIn de Geometry-modus kunt u een beeldbestand (g3p) openen en dit gebruiken als achterg

Page 411 - u Tekstkleur wijzigen

14-9k De inhoud van het huidige scherm in de Geometry-modus opslaan als afbeelding (g3p-bestand)U kunt een schermafbeelding in de Geometry-modus opsla

Page 412 - Notitievenster

1-39 9. Schermgegevens vastleggenTijdens de bediening van de rekenmachine kunt u de huidige scherminhoud vastleggen en opslaan in een intern geheugen

Page 413 - u Een notitie verwijderen

14-10k ToetsfunctiesDe onderstaande figuur geeft de toetsen weer die voor tekenbewerkingen in Geometry-modus worden gebruikt.Menu’s weergeven. (pagina

Page 414

14-112. Objecten tekenen en bewerkenIn dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de volgende bewerkingen moeten worden uitgevoerd. • Punten uitzetten, lijnstu

Page 415 - u Een afbeelding invoegen

14-12u Een gelabelde punt aan een bestaande lijn toevoegenOpmerkingMet de volgende procedure kunt u een gelabeld punt aan een bestaande lijn toevoegen

Page 416 - k Gebruik van strips

14-13u Een oneindige lijn tekenen 1. Voer de volgende bewerking uit: 3(Draw) – 3:Infinite Line. 2. Verplaats de aanwijzer naar een locatie op het sche

Page 417

14-14u Een cirkel tekenen 1. Voer de volgende bewerking uit: 3(Draw) – 6:Circle. 2. Verplaats de aanwijzer naar de locatie op het scherm waar u het mi

Page 418 - u Een strip invoegen

14-15u Een halve cirkel tekenen 1. Voer de volgende bewerking uit: 3(Draw) – 8:SemiCirc (Diam).2. Verplaats de aanwijzer naar het punt dat u wilt aanw

Page 419 - u Notes-strips

14-164. Druk op w.• Hierdoor wordt een driehoek getekend. → • Als de locatie van de aanwijzer wanneer u op w drukt erg dicht in de buurt ligt v

Page 420

14-174. Druk op w.• Hierdoor wordt een rechthoek of vierkant getekend. • Als de locatie van de aanwijzer wanneer u op w drukt erg dicht in de buu

Page 421

14-18u Een regelmatige veelhoek tekenen1. Voer de volgende bewerking uit: 3e(Draw Spec) – 6:Regular n-gon. • Hierdoor verschijnt een dialoogvenster wa

Page 422 - k Een bestand opslaan

14-19k Objecten selecteren en deselecterenVoordat u een object kunt bewerken (verplaatsen of verwijderen) of een figuur kunt creëren met behulp van ee

Page 423 - Resterende geheugenruimte

1-40 10. Als er een probleem blijft bestaan…Als u met de rekenmachine problemen ondervindt, doe dan eerst het volgende alvorens ervan uit te gaan da

Page 424 - 1. Geheugenbeheer gebruiken

14-203. Druk op x of voer de volgende bewerking uit: 2(Edit) – 4:Select Figure. • Hierdoor wordt het gehele object geselecteerd. u Een bepaald object

Page 425

14-21k De kleur en het lijntype van een weergegeven object opgevenVia de onderstaande procedure kunt u de kleur en het lijntype van een weergegeven fi

Page 426

14-224. Om de instellingen die u hebt geconfigureerd toe te passen gaat u terug naar het dialoogvenster in stap 2 van deze procedure en drukt u op J.

Page 427

14-23u Een loodlijn construeren1. Teken een lijnstuk, zet een punt uit, en selecteer de lijn en het punt. 2. Voer de volgende bewerking uit: 4(Constru

Page 428 - u Een nieuwe map aanmaken

14-24u Het snijpunt van twee lijnen construeren1. Teken twee elkaar snijdende lijnstukken en selecteer deze. 2. Voer de volgende bewerking uit: 4(Cons

Page 429

14-25u Een parallel construeren1. Teken een lijnstuk, zet een punt uit, en selecteer de lijn en het punt. 2. Voer de volgende bewerking uit: 4(Constru

Page 430 - k Gegevens selecteren

14-26u Een hoekmeting aan een figuur bevestigen1. Teken een driehoek en selecteer twee zijden ervan.2. Voer de volgende bewerking uit: 4(Construct) –

Page 431 - k Gegevens kopiëren

14-275. Druk op w.• Dit geeft het object weer dat het lijnstuk als as gebruikt. → → OpmerkingU kunt een lijnstuk, lijn, straal, polygoonzi

Page 432

14-284. Druk op w.• Hierdoor wordt het oorspronkelijke object parallel verschoven in de richting van de geselecteerde vector. → → Opmerkin

Page 433

14-295. Voer een waarde voor de schaal in van 0,1 < | x | < 10 en druk dan op w.• Hierdoor wordt het oorspronkelijke object in een aangepaste g

Page 434

1-41 u InitialiserenGebruik initialiseren als u alle huidige gegevens uit het geheugen wilt verwijderen en alle modi-instellingen wilt terugzetten op

Page 435

14-30k Een bewerking ongedaan maken en opnieuw uitvoerenMet de opdracht “Undo” (Ongedaan maken) kunt u de laatste bewerking ongedaan maken; met “Redo”

Page 436

14-312. Druk op v.• Hierdoor verschijnt het pictogram in de rechterbovenhoek van het scherm en verandert de aanwijzer van naar . Ook wordt het in

Page 437 - Hoofdstuk 12 Systeembeheer

14-32u Een object verwijderen1. Selecteer het object dat u wilt verwijderen. • Als u bijvoorbeeld alleen een van de hoekpunten van een driehoek wilt v

Page 438

14-333. De verschijning van het Geometry-scherm regelenIn dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de weergave van het scherm kan worden geregeld door te scr

Page 439 - k Systeemtaal instellen

14-345. Verplaats met f en c de markering naar “Axes” en configureer de door u gewenste instellingen via de volgende bewerkingen.Deze instelling selec

Page 440 - k Initialiseren (Reset)

14-35k Instellingen weergavescherm configurerenU kunt de instellingen van het weergavescherm configureren om de coördinaten van de linkerrand van het

Page 441

14-364. Druk op J om de panmodus te verlaten. → OpmerkingIn de panmodus kunt u de vorm van de aanwijzer met elke druk op w wijzigen van naar

Page 442 - Opmerking

14-37u In- en uitzoomenOm de grootte van de weergegeven afbeelding te verdubbelen drukt u op + of voert u de volgende bewerking uit: 1e(View) – 4:Zoom

Page 443 - k Gebruikersnaam

14-383. Voer maximaal 31 teksttekens in en druk dan op w.• De tekst wordt in de schermafbeelding ingevoegd op de locatie van de aanwijzer. → 4.

Page 444

14-39k Een label toevoegen of aanpassenBewerkingen met labels worden in dit hoofdstuk besproken aan de hand van een driehoek. In het eerste voorbeeld

Page 445

iv 3. Bewerkingen op eActivity-bestanden ... 10-4 4. Invoeren en bewerk

Page 446 - k Capture Set Mode

2-1Hoofdstuk 2 Handmatige berekeningen1. Basisberekeningenk Rekenkundige berekeningen• Voer rekenkundige bewerkingen in zoals ze geschreven zijn, va

Page 447

14-406. Voer maximaal 14 tekens in voor de labeltekst en druk vervolgens op w.• Hierdoor wordt het label gewijzigd. → 7. Om het afmetingenvenst

Page 448

14-415. Gebruik van het afmetingenvensterDoor op J te drukken verschijnt onder aan het scherm een afmetingenvenster, zoals hieronder wordt weergegeven

Page 449

14-42In de volgende tabel staat een beschrijving van de informatie die wordt weergegeven bij elk pictogram dat wordt gemarkeerd, en wanneer elk pictog

Page 450

14-43Pictogram Naam pictogram Dit pictogram verschijnt wanneer dit wordt geselecteerd: Dit pictogram markeren voor weergave van: Vergrendelbaar

Page 451

14-444. Selecteer de pictogrammen op het pictogrampalet als u andere afmetingen wilt weergeven.• Bij een lijnstuk kunt u bijvoorbeeld de lengte, helli

Page 452 - II - of ANSI-tekstbestand

14-45OpmerkingEen waarde die de ruimte van een object aangeeft waarvan de lijnen elkaar snijden wordt aangegeven door dubbele sterretjes (¾ ¾) aan de

Page 453

14-46Opmerking• Stap 5 in de bovenstaande procedure wijzigt niet alleen de meetwaarde, maar vergrendelt de meting ook. Voor meer gegevens over het ver

Page 454

14-47k De afmetingen van een object vergrendelen of ontgrendelenMet “een afmeting vergrendelen” wordt bedoeld dat het betreffende object niet verplaat

Page 455 - k Gegevens overdragen

14-48Opmerking• Sommige afmetingen kunnen niet worden vergrendeld. Zie de kolom “Vergrendelbaar” in de tabel onder “De afmetingen van een object weerg

Page 456 - u Een verzending uitvoeren

14-49k Afmetingen op een schermafbeelding plakkenVia de procedures in dit hoofdstuk kunt u objectafmetingen plakken op de afbeelding op het scherm. De

Page 457

2-2Voorbeeld 1 100 ÷ 6 = 16,66666666...Voorwaarde Invoer Weergave 100/6w16.66666667 4 decimalen !m(SET UP) ff1(Fix)ewJw16.6667 5

Page 458

14-505. U kunt nu eventueel de tekst naar een andere locatie op het scherm verplaatsen. • Druk op v en verplaats de geplakte afmeting met de cursortoe

Page 459

14-513. Voer maximaal 14 tekens in voor het typetag van de label.• Druk op o om het labeltypetag te verwijderen.4. Druk op w.• Hierdoor wordt de afmet

Page 460

14-521. Voer de volgende bewerking uit: K(Option) – 2:Expression. • Hierdoor wordt “EXPR=” op de locatie van de aanwijzer weergegeven en verschijnt oo

Page 461 - Geometry

14-53k Berekening met de oppervlakte van weergegeven figurenVia de procedures in dit hoofdstuk kunt u berekeningen maken met de oppervlakte van figure

Page 462

14-544. Druk op +.5. Druk op f om het bewerken terug te brengen naar het tekenscherm van het afmetingenvenster, en druk dan op ew om de andere driehoe

Page 463

14-55k De notatie van een afmeting opgevenVan elke afmeting op het scherm kunt u de notatie opgeven.Opmerking• De standaardnotatie is “Fix2”. Zie voor

Page 464

14-566. Werken met animatiesEen animatie bestaat uit een of meer punt- of krommeparen, waarin de kromme een lijnstuk, cirkel, halve cirkel, boog of fu

Page 465

14-57Opmerking• U kunt bovenstaande procedure herhalen om verschillende punten gelijktijdig te laten bewegen.Probeer het volgende:- Teken een lijnstuk

Page 466

14-586. Voer 90 in het afmetingenvenster in door te drukken op jaw.• Hierdoor wordt de hoek tussen lijnstukken AB en DE 90 graden, en wordt deze vergr

Page 467

14-5914. Voer de volgende bewerking uit: 6(Animate) – 3:Trace. • Hierdoor wordt punt D opgegeven (die u in stap 13 selecteerde) als het “volgpunt”. 15

Page 468

2-3k Voorrangsregels bij berekeningenDeze rekenmachine gebruikt echte logische algebra bij het rekenen en volgt daarbij dus de volgende voorrangsregel

Page 469

14-60Als u dit wilt doen: Voer deze procedure uit: Stel het aantal te volgen stappen in als punt E langs lijnstuk AB loopt 1. Verplaats de markeri

Page 470

14-61Als u dit wilt doen: Voer deze procedure uit: Verwijder de op punt E toegepaste animatie 1. Verplaats de markering op het scherm Edit Animati

Page 471

14-62k Een Animatietabel makenIn de standaardinstellingen wordt met een animatie een bepaald punt langs een opgegeven lijnstuk, cirkel of boog in 20 s

Page 472

14-636. Verplaats de markering met f naar [Add Table] en druk dan op w.• Hierdoor wordt een animatietabel weergegeven die bij elke stap van de animati

Page 473

14-64u De animatietabel weergevenVoer de volgende bewerking uit om de animatietabel weer te geven die u gemaakt hebt met de procedure onder “Kolommen

Page 474

15-1 Hoofdstuk 15 Picture Plot Picture Plot is een functie waarmee u punten (die voor coördinaten staan) kunt tekenen op een foto, afbeelding of a

Page 475

15-2 • Tijdwaarden (T) aan de coördinaatwaarden (X, Y) toevoegen en punten tekenen op het T-X- of T-Y-vlak. Op deze manier kunnen de wiskundige uitdr

Page 476

15-31. Picture Plot-functiemenu’s k Functiemenu voor het scherm File List • { OPEN } ... Een g3p/g3b-bestand of -map openen. • { DELETE } ... Een

Page 477

15-4 k Functiemenu Plot List • { AXTRNS } ... Zelfde als {AXTRNS} onder “Functiemenu voor het scherm Picture Plot”. • { EDIT } ... De gemarkeerde

Page 478

15-5 2. Picture Plot-bestanden beheren Picture Plot vereist het gebruik van een afbeeldingsbestand op de achtergrond. De volgende typen afbeeldingsb

Page 479

2-4Voorbeeld 2 + 3 × (log sin2π2 + 6,8) = 22,07101691 (hoekeenheid = Rad) • Meerdere functies met dezelfde voorrangsregeling in serie gebruikt, word

Page 480

15-6 u Picture Plot-instellingen opgeslagen in afbeeldingsbestanden • Picture Plot-instellingen die kunnen worden gewijzigd in het configuratiesche

Page 481

15-7 u Een bestand opslaan onder een andere naam 1. Druk terwijl het scherm Picture Plot wordt weergegeven op K1(FILE) 3(SAVE • AS). • Er wordt

Page 482

15-8 4. Herhaal stap 3 zo vaak als nodig is om de gewenste punten te tekenen. • Hier kunt u op K3(EDIT) drukken, een punt selecteren en d

Page 483

15-9 u Een punt verplaatsen 1. Druk terwijl het scherm Picture Plot wordt weergegeven op K6( g) 3(EDIT). • U kunt ook op K2(Plot) K3(EDIT) drukk

Page 484

15-10 u Alle punten verwijderen Druk op K6( g) 4(DELETE) om een bevestigingsvenster weer te geven. Druk op 1(Yes) om alle punten te verwijderen.

Page 485

15-11 3. Druk op de functietoets voor het type regressieberekening* 1 dat u wilt uitvoeren. • Als u bijvoorbeeld een tweedegraads regressieberekenin

Page 486

15-12 u Schakelen tussen het scherm Picture Plot, het scherm AXTRANS en het scherm met de lijst met punten Wanneer u het scherm met de lijst met pun

Page 487

15-13 4. De lijst met punten gebruiken Voor elke punt in het scherm Picture Plot bestaan coördinaatwaardegegevens. U kunt de lijst met punten gebrui

Page 488

15-14 u De laatste regel met puntgegevens verwijderen Voer een van de volgende bewerkingen uit, afhankelijk van het type cel dat is gemarkeerd. •

Page 489

15-15 u De tijdwaarde (T) configureren 1. Druk terwijl het scherm met de lijst met punten wordt weergegeven op 5(SET). 2. Geef in het sche

Page 490

2-5Gezien het resultaat een gewone noemer gebruikt, kan het berekeningsresultaat nog worden weergegeven met gebruik van ' zelfs als de coëfficiën

Page 491

15-16 Opmerking • Als het scherm AXTRANS wordt weergegeven, is in het configuratiescherm “Grid” altijd ingesteld op “Off” en “Label” altijd inges

Page 492

15-17 (3) Gecomprimeerd scherm, waarbij de hoogte-breedteverhouding wordt gehandhaafd • Wanneer (2) (geen aanpassing) wordt geselecteerd als de weer

Page 493

15-18 5. Functies die overeenkomen met de modus Graph De functiemenu-items !1 tot en met 5 in het scherm Picture Plot komen ook voor in de modus

Page 494

16-1Hoofdstuk 16 3D-grafiek functieIn de modus 3D Graph kunt u ingebouwde sjablonen gebruiken om 3D-grafieken te tekenen van de onderstaande afbeeld

Page 495

16-2Label ( u toon/verberg labels van grafiek-assen)• {On}/{Off} ... {toon namen van assen op 3D-grafiek scherm}/{verberg namen van assen op 3D-grafie

Page 496

16-36. Druk op 6(DRAW) of w.Het 3D-grafiek scherm wordt weergegeven en er wordt • een grafiek van een bol getekend. Druk op • A, om terug te keren na

Page 497

16-42. 3D WeergavevensterHet 3D weergavevenster dient om de parameters te configureren die specifiek zijn voor de modus 3D Graph.3D-weergavevenster in

Page 498

16-5Het kan niet mogelijk zijn een grafiek te maken wanneer de waarden Xgrid en Ygrid te • klein zijn.Afhankelijk van de vorm van de 3D-grafiek die ge

Page 499

16-63. Lijst met functies van de 3D-grafiek{• SELECT} ... Omschakeling van de gemarkeerde functie voor de 3D-grafiek tussen tekenen en niet tekenen.{

Page 500

16-73. Markeer “Line Color” en druk vervolgens op w.4. Markeer de gewenste kleur en druk vervolgens op w.Nu keert u terug naar het scherm van stap 2.

Page 501

2-6Voorbeelden berekeningDeze berekening: Levert dit type weergave: 78π × 2 = 156π π formaat 123456π × 9 = 3490636,164 (= 11111104 π

Page 502

16-8Opslaan van alle inhoud van de lijst met functies van de 3D-grafiek op het u3D-grafiek geheugen1. Druk op 4(3D-GMEM)1(STORE).2. Specificeer een 3

Page 503

16-9Gebruik f en c om één van de onderstaande sjablonen te selecteren.Line … Tekent een lijn.Plane … Tekent een plat vlak.Sphere … Tekent een bol.Cyli

Page 504

16-103(P&V) ... Selecteer om de coördinaten in te voeren van één punt op de rechte lijn en de coëfficiënten van een richtingsvector.4(POINTS) ...

Page 505

16-113(POINTS) ... Selecteer om de coördinaten in te voeren van drie punten op een plat vlak.De invoering van een coëfficiënt die overeenkomt met één

Page 506

16-12Cylinder sjabloon uVoer de straal, minimumhoogte, maximumhoogte en het middelpunt van de cilinder in.De invoering van een coëfficiënt die overeen

Page 507

16-13Invoerscherm Z= grafiek uInvoerscherm parametrische grafiek uAls u op • v drukt, wordt de variabele T ingevoerd.Invoerscherm voor grafiek met om

Page 508

16-145. 3D-grafiek schermEen 3D-grafiek draaien kU kunt de cursortoetsen gebruiken om de 3D-grafiek naar boven, beneden, links en rechts te draaien.De

Page 509

16-154. Als u op v drukt, wordt een pop-upvenster weergegeven. Als u coördinaten invoert in het venster, wordt de aanwijzer verplaatst naar de opgegev

Page 510

16-163. Selecteer de gewenste sketchbewerking.!4(SKETCH)1(Cls) … Wist uitgezette punten en tekst.2(Plot) … Zet een punt uit.3(Text) … Voegt tekst toe.

Page 511

16-172(Y) … Specificeert de y-as als de richting voor de doorsnede van het verticale platte vlak.3(Z) … Specificeert de z-as als de richting voor de

Page 512

2-7Als u een berekening uitvoert waarin een vermenigvuldigingsteken onmiddellijk voor een breuk (inclusief gemengde breuken) is weggelaten, worden aut

Page 513

16-18Het snijpunt van rechte lijnen of vlakken bepalen kU kunt de onderstaande combinaties controleren op snijpunten en snijlijnen.Lijn-lijn ... Snijp

Page 514

16-19De relatie van rechte lijnen of vlakken bepalen kU kunt de onderstaande combinaties controleren op de relatie van twee 3D-grafieken.Lijn-lijn ...

Page 515

17-1Hoofdstuk 17 PythonDe Python-modus biedt een runtime-omgeving voor de programmeertaal Python. U kunt de Python-modus gebruiken om Python-bestand

Page 516 - 6. Werken met animaties

17-2Overgang van aanmaak py-bestand naar uitvoering van het bestand kOnderstaand voorbeeld legt de handelingen uit van aanmaak van een nieuw py-bestan

Page 517

17-33. Voer onderstaande toetsbewerkingen uit om elke regel van het py-script in te voeren.U kunt de Catalogusfunctie van de • Python-modus (pagina 1

Page 518

17-4SHELL-scherm kAls u op 2(RUN) drukt in stap 4 van bovenstaande procedure, dan start de Python-modus SHELL, die kan worden gebruikt om py-scripts u

Page 519

17-5Functiemenu voor het registreren van een naam voor een nieuw py- kbestand{• A⇔a} … wisselt tussen hoofdletters en kleine lettersFunctiemenu van h

Page 520

17-63. Tekst en opdrachten invoerenIn de Python-modus kunt u op drie manieren tekst en opdrachten invoeren.Met behulp van het toetsenbord alfatekens,

Page 521

17-7Belangrijk!Bij de bovenstaande tekststrings die met toetsbewerkingen worden ingevoerd, zijn log() en andere door haakjes gevolgde functies, e (bas

Page 522

17-8Het functiemenu gebruiken om opdrachten in te voeren k(voorwaardelijke vertakkingen of lussen) als instructieblokkenVanaf het scherm met de scree

Page 523

2-8u Waarde aan een variabele toekennen[waarde] a [naam van de variabele] wVoorbeeld 1 Ken 123 toe aan de variabele A Abcdaav(A)wVoorbeeld 2 Vo

Page 524

17-9Voorbeeld: Een if...else instructie in te voeren u1. Verplaats de cursor op het scherm met de scripteditor naar de regel waar u het instructieblok

Page 525 - Hoofdstuk 15 Picture Plot

17-104. Gebruik f en c om de opdracht te selecteren die u wilt invoeren.U kunt tussen schermen schakelen door op • !f of !c te drukken.U kunt ook een

Page 526

17-11De catalogus gebruiken om een opdracht te zoeken en in te voeren u1. Druk op het scherm met de scripteditor of op het SHELL-scherm op !e(CATALOG)

Page 527

17-12Modules gebruiken ( k import)In de Python-modus kunt u interne functies van Python en de functies math-module en random-module gebruiken. Om een

Page 528 - k Functiemenu Plot List

17-13Bewerkingsvoorbeeld: math-modulefuncties gebruiken u1. Druk op het scherm met de bestandenlijst op 4(SHELL).2. Druk op !e(CATALOG) om de catalogu

Page 529

17-144. De SHELL gebruikenHet SHELL-scherm biedt een interactieve opdrachtregel die kan worden gebruik om uitdrukkingen en opdrachten in te voeren en

Page 530 - u Een bestand opslaan

17-15Een opdracht vanaf het SHELL-scherm uitvoeren uRaadpleeg “Een opdracht rechtstreeks op het SHELL-scherm invoeren en ze uitvoeren” (pagina 17-16).

Page 531 - k Punten tekenen

17-16Een opdracht rechtstreeks op het SHELL-scherm invoeren en ze kuitvoerenU kunt een uitdrukking of opdracht van één regel in de promptregel van he

Page 532

17-17input u -bewerking in de Python-modusinput is een interne Python-functie die gebruikersinvoer accepteert wanneer een py-script wordt uitgevoerd.i

Page 533 - u Een punt verplaatsen

17-18Als de SHELL opnieuw wordt opgestart door een py-script uit te voeren vanaf het scherm • met de bestandenlijst of het scherm met de scripteditor,

Page 534 - u Alle punten verwijderen

2-9Voorbeeld Een string “ABC” toewijzen aan Str 1 en vervolgens Str 1 weergeven op het scherm !m(SET UP)2(Line)J A!a(A-LOCK)5(”)v(A) l(B

Page 535 - Opmerking

17-19Zoeken naar tekst op het scherm met de scripteditor u1. Druk op het scherm met de scripteditor op 6(g)4(SEARCH).2. Voer op het scherm dat verschi

Page 536

17-20Foutberichten gebruiken voor debuggen uAls een rood foutbericht op het SHELL-scherm verschijnt wanneer u een py-bestand uitvoert, voert u onderst

Page 537

17-216. Bestandsbeheer (zoeken naar en wissen van bestanden)U kunt het scherm met de bestandenlijst gebruiken om op bestandsnaam naar opgeslagen py-be

Page 538 - Picture Plot

17-227. Bestandscompatibiliteitpy-bestanden kunnen worden gedeeld tussen uw rekenmachine en een computer. Een py-bestand dat met de rekenmachine is aa

Page 539

17-23Bestandsinhoud weergeven en bewerken uAls u in de Python-modus een py-bestand opent dat voldoet aan onderstaande voorwaarden (A) en (B), dan word

Page 540 - AXTRANS wijzigen

17-248. VoorbeeldscriptsVoorbeeld 1: Voorwaardelijke vertakkingDoelMet voorwaardelijke vertakking wordt een voorwaarde beoordeeld en volgt de verwerki

Page 541

17-25Voorbeeld 2: Een module importerenDoelimport importeert een module en maakt het mogelijk om de functies uit te voeren die erin gedefinieerd zijn.

Page 542

17-26Beschrijvingdef f(x,y,z):Definieert een door de gebruiker gedefinieerde functie met functienaam f en argumenten x, y en z.if x>0: Als argument

Page 543 - 3D-grafiek functie

17-27UitvoeringsresultaatBelangrijk!Om py-bestanden in andere py-bestanden te importeren moeten alle bestanden zich in • dezelfde map bevinden. De py-

Page 544

α-1 Bijlage 1. Lijst met mogelijke foutmeldingen • Algemene rekenfouten Foutmelding: Betekenis: Oplossing: Syntax ERROR • Fout tegen de syntaxis

Page 545

2-10u Een functie oproepenVoorbeeld Roep de functie opgeslagen in het geheugen van functietoets 1 opnieuw op AK6(g)6(g)3(FUNCMEM) 2(RECALL)b

Page 546 - 2. 3D Weergavevenster

α-2 Foutmelding: Betekenis: Oplossing: Non-Real ERROR De berekening geeft een complex getal als resultaat terwijl Real is opgegeven in het configu

Page 547

α-3 • Rekenfouten in lijsten, matrices en vectoren Foutmelding: Betekenis: Oplossing: Invalid List, Matrix or VectorOngeldig gebruik van een lijst

Page 548 - Een functie wissen k

α-4 • Fouten in modus Graph, Dyna Graph, Table, Recursion en Conic Graphs Foutmelding: Betekenis: Oplossing: Range ERROR Het instelbereik voor h

Page 549 - 3D-grafiekgeheugen k

α-5 • Fouten in Statistics-modus Foutmelding: Betekenis: Oplossing: Condition ERROR U probeert verschillende soorten statistische grafieken weer

Page 550 - 3D-grafiek geheugen

α-6 • Fouten in Spreadsheet-modus Foutmelding: Betekenis: Oplossing: Range ERROR Het cellenbereik van de spreadsheet is overschreden door het pl

Page 551 - Line sjabloon u

α-7 • Fouten in Memory-modus Foutmelding: Betekenis: Oplossing: Memory ERROR De berekening of geheugenbewerking overschrijdt de resterende geheu

Page 552 - Plane sjabloon u

α-8 Foutmelding: Betekenis: Oplossing: File System ERROR Het bestandssysteem van het geheugen van de rekenmachine is beschadigd geraakt of de inde

Page 553 - Sphere sjabloon u

α-9 • Fouten tijdens het uitwisselen van gegevens Foutmelding: Betekenis: Oplossing: Complex Number in Data Gegevens verstuurd met een functie v

Page 554 - Cone sjabloon u

α-10 • Fouten in Geometry-modus Foutmelding: Betekenis: Oplossing: First select a segment. U probeert een loodrechte bissectrice te maken zonde

Page 555 - Invoerscherm Z= grafiek u

α-11 Foutmelding: Betekenis: Oplossing: First configure animation settings. • U probeert een animatie uit te voeren zonder eerst de bijbehorende i

Page 556 - 5. 3D-grafiek scherm

v E-CON4 Application (English) 1. E-CON4 Mode Overview ...

Page 557 - Sketch functies k

2-11k Functie voor het laatste resultaatDeze functie slaat automatisch het laatst berekende resultaat op wanneer u op w drukt (tenzij er een foutmeldi

Page 558

α-12• Fouten in de modus 3D GraphFoutmelding: Betekenis: Oplossing:INTSECT requires multiple lines or planes.U hebt geprobeerd een snijpunt te bepale

Page 559

α-13 • Andere foutenFoutmelding: Betekenis: Oplossing:No Data De opgegeven gegevens bestaan niet. (Deze fout treedt op als wordt verwezen naar een li

Page 560

α-14 2. Gebruikte intervallenFunctieInterval voor oplossingen met reële getallenInternecijfersNauwkeurigheidOpmerkingensinxcosxtanx(DEG) |x| < 9 ×

Page 561

α-15FunctieInterval voor oplossingen met reële getallenInternecijfersNauwkeurigheidOpmerkingen° ’ ”←⎯° ’ ”|a|, b, c < 1 × 101000 < b, c15 cijfer

Page 562 - Python

β-1ExamenmodusDe Examenmodus plaatst enkele limieten op de rekenmachinefuncties, zodat de rekenmachine kan worden gebruikt tijdens een examen of test.

Page 563

β-23. Druk op 1(Yes).• Lees het bericht in het dialoogvenster dat verschijnt.4. Druk op 2.• Hiermee wordt het onderstaande dialoogvenster weergegeven.

Page 564 - (V-waarde)

β-3u De Examenmodus afsluitenEr zijn twee manieren om de Examenmodus af te sluiten.(1) De Examenmodus afsluiten door aan te sluiten op een computer1.

Page 565 - 2. Functiemenu van Python

β-44. Ga op Rekenmachine B* naar de Link-modus en druk vervolgens op 3(EXAM) 1(UNLOCK)1(Yes).• U kunt ook alle gegevens overdragen van Rekenmachine B

Page 566

γ -1MicroPython license informationThe MIT License (MIT)Copyright (c) 2013-2017 Damien P. George, and othersPermission is hereby granted, free of char

Page 567

E-CON4 Application(English)

Page 568 - Invoer met alfabettoetsen u

2-123. De hoekeenheid en weergave van getallen instellenVoordat u aan een berekening begint, moet u de gewenste hoekeenheid en weergave van getallen o

Page 569

Important!• All explanations in this section assume that you are fully familiar with all calculator and Data Logger (CMA CLAB* or CASIO EA-200) preca

Page 570

ε-1E-CON4 Mode Overview1. E-CON4 Mode OverviewThe first time you enter the E-CON4 mode, a screen will appear for selecting a Data Logger.Data Logger S

Page 571

ε-2E-CON4 Mode OverviewE-CON4 Specific Setup ItemsThe items described below are E-CON4 setup items that displayed only when the !m(SET UP) operation i

Page 572

ε-3Sampling Screen2. Sampling ScreenChanging the Sampling ScreenOn any sampling screen, press 5(MODE) to display the sampling mode selection screen.CL

Page 573 - Modules gebruiken ( k import)

ε-4Sampling ScreenPeriod Sampling ScreenCLAB EA-200With CLAB, only CH1 can be used.EA-200 has two channels (CH1 and SONIC). However, only one of these

Page 574

ε-5Sampling Screen“Sound wave” records the following two dimensions for the sampled sound data: elapsed time (horizontal axis) and volume (vertical ax

Page 575 - 4. De SHELL gebruiken

ε-6Sampling ScreenSelecting SpeakerThis displays the dialog box shown below.Selecting “Sample Data” here will display the Mic & Speaker Mode scree

Page 576

ε-7Sampling Screen6. Press 6(DRAW) to draw the graph.Drawing the graph causes a vertical cursor to appear on the display, as shown on the screenshot b

Page 577

ε-8Sampling Screen13. Depending on what you want to do, perform one of the operations below.To change the output frequency and try again: Press 1(Yes)

Page 578 - De SHELL initialiseren k

ε-9Auto Sensor Detection (CLAB Only)3. Auto Sensor Detection (CLAB Only)When using a CLAB Data Logger, sensors connected to each channel are detected

Page 579 - 5. Een py-bestand bewerken

2-13u Het aantal beduidende cijfers aanduiden (Sci)Voorbeeld Kies voor drie beduidende cijfers 2(Sci)dwDruk op de functietoets die onder het gewe

Page 580 - Een py-script debuggen k

ε-10Selecting a Sensor4. Selecting a SensorOn the sampling screen, press 1(SENSOR) to display the sensor selection screen.Assigning a Sensor to a Chan

Page 581

ε-11Selecting a SensorPressing a function key displays a dialog box like the one shown below. This shows the sensors that can be assigned to the selec

Page 582 - Een py-bestand wissen u

ε-12Configuring the Sampling Setup5. Configuring the Sampling SetupYou can configure detailed settings to control individual sampling parameters and t

Page 583 - Weergave bestandsnaam u

ε-13Configuring the Sampling Setup5. Press c to move the highlighting to “Samples”.When the sampling mode is “Periodic Sampling” and a CMA or Vernier

Page 584 - Een py-bestand uitvoeren u

ε-14Configuring the Sampling SetupUsing Method 2 to Configure Settings1. On the sampling screen, press 2(CONFIG).This displays the Sampling Config scr

Page 585 - 8. Voorbeeldscripts

ε-15Configuring the Sampling SetupInput RangesMethod 1Interval (sec): 0.0005 to 299 sec (0.02 to 299 sec for the Motion sensor. 0.0025 to 299 sec for

Page 586

ε-16Configuring the Sampling Setup• To configure Trigger Setup settings1. While the Sampling Config screen is on the display, press 6(Trigger).• This

Page 587

ε-17Configuring the Sampling Setup• To specify the countdown start time1. Move the highlighting to “Timer”.2. Press 1(Time) to display a dialog box f

Page 588

ε-18Configuring the Sampling Setup• To configure trigger threshold, trigger start edge, and trigger end edge settingsPerform the following steps when

Page 589 - Bijlage

ε-19Configuring the Sampling Setup• To specify the trigger threshold value and motion sensor level1. Move the highlighting to “Threshold”.2. Press 1(

Page 590

2-144. Functieberekeningenk Menu’s met wetenschappelijke functiesDit toestel bevat vijf menu’s om toegang te krijgen tot wetenschappelijke functies di

Page 591 - • Fouten in Equation-modus

ε-20Performing Auto Sensor Calibration and Zero Adjustment6. Performing Auto Sensor Calibration and Zero AdjustmentYou can use the procedures in this

Page 592

ε-21Performing Auto Sensor Calibration and Zero Adjustment1. On the sensor calibration screen, press 2(CALIB).A screen like the one shown below will a

Page 593

ε-22Performing Auto Sensor Calibration and Zero Adjustment2. When the sampled value that you want to zero adjust is displayed, press w.This returns to

Page 594

ε-23Using a Custom Probe7. Using a Custom ProbeThe sensors shown in the CASIO, Vernier, and CMA sensor lists under “4. Selecting a Sensor” are E-CON4

Page 595 - • Fouten in Memory-modus

ε-24Using a Custom Probe7. After configuring the required settings, press 6(SAVE) or w.This displays the dialog box shown below.8. Input the custom pr

Page 596

ε-25Using Setup Memory8. Using Setup MemoryData logger setup data (Data Logger settings, sampling mode, assigned sensor, sampling setup) is stored at

Page 597

ε-26Using Setup Memory3. Press K(Setup Preview) (or e).• This displays the preview dialog box.4. To close the preview dialog box, press J.• To recall

Page 598 - • Fouten in Geometry-modus

ε-27Using Setup Memory4. In response to the confirmation message that appears, press 1(Yes) to delete the setup.• To clear the confirmation message w

Page 599

ε-28Starting a Sampling Operation9. Starting a Sampling OperationThis section describes how to use a setup configured using the E-CON4 mode to start a

Page 600 - • Configuratiefouten

ε-29Starting a Sampling Operation3. Press w to start sampling. • The screens that appear while sampling is in progress and after sampling is complete

Page 601 - • Andere fouten

2-15u Hoekeenheden, het gebruik van zestigdelige graden, omzetting van coördinaten ANGLE) [OPTN]-[ANGLE]• {°}/{r}/{g} ... {zestigdelige graden}/{radi

Page 602 - 2. Gebruikte intervallen

ε-30Starting a Sampling Operation• The screen shown below appears when CH1~3, SONIC, or Mic is used as the trigger.• Time-based Sampling: Interval of

Page 603

ε-31Starting a Sampling OperationManual Sampling1. On the Manual Sampling screen, press 6(START).This displays a sampling start confirmation screen.2.

Page 604 - Examenmodus

ε-32Starting a Sampling OperationYou can sample data up to 100 times.7. To exit the sampling operation, press J.This displays an exit confirmation dia

Page 605

ε-33Using Sample Data Memory10. Using Sample Data MemoryPerforming a Data Logger sampling operation from the E-CON4 mode causes sampled results to be

Page 606

ε-34Using Sample Data Memory4. Enter up to 18 characters for the data file name, and then press w.• This displays a dialog box for inputting a memory

Page 607

ε-35Using the Graph Analysis Tools to Graph Data11. Using the Graph Analysis Tools to Graph DataGraph Analysis tools make it possible to analyze graph

Page 608

ε-36Using the Graph Analysis Tools to Graph Datak Selecting an Analysis Mode and Drawing a GraphThis section contains a detailed procedure that covers

Page 609 - Application

ε-37Using the Graph Analysis Tools to Graph Data3. Press 2(DATA).• This displays the Sampling Data List screen.4. Specify the sampled data for graphi

Page 610

ε-38Using the Graph Analysis Tools to Graph Datab. Use the function keys to specify the graph style you want. To specify this graph style: Press this

Page 611 - 1. E-CON4 Mode Overview

ε-39Graph Analysis Tool Graph Screen Operations12. Graph Analysis Tool Graph Screen OperationsThis section explains the various operations you can per

Page 612 - E-CON4 Specific Setup Items

2-16k Goniometrische en cyclometrische functies• Stel eerst de gewenste hoekeenheid in voordat u aan berekeningen met goniometrische en cyclometrische

Page 613 - 2. Sampling Screen

ε-40Graph Analysis Tool Graph Screen OperationsKey Operation DescriptionK5(Y=fx)Displays the graph relation list, which lets you select a Y=f(x) graph

Page 614 - Selecting Microphone

ε-41Graph Analysis Tool Graph Screen Operations3. Move the trace pointer to the end point of the range whose periodic frequency you want to obtain. •

Page 615

ε-42Graph Analysis Tool Graph Screen Operations3. Press w. • This causes the magnifying glass to disappear and enters the zoom mode. • The cursor keys

Page 616 - Selecting Speaker

ε-43Graph Analysis Tool Graph Screen Operations5. After everything is the way you want, press w. • This saves the lists and the message “Complete!” a

Page 617

ε-44Graph Analysis Tool Graph Screen Operations• To specify the CSV file delimiter symbol and decimal pointPress K2(MEMORY)2(CSV)2(SET) to display the

Page 618 - Sampling Screen Function Menu

ε-45Graph Analysis Tool Graph Screen Operations6. Input a value in the range of 1 to 10, and then press w.• The graph relation list appears with the

Page 619

ε-46Graph Analysis Tool Graph Screen Operations4. Move the trace pointer to the end point of the range for which you want to perform quadratic regres

Page 620 - 4. Selecting a Sensor

ε-47Graph Analysis Tool Graph Screen Operations2. Press 1(ZOOM). • This displays only one of the graphs that were originally on the graph screen.3. Us

Page 621 - Disabling a Sensor

ε-48Graph Analysis Tool Graph Screen Operations• To move a particular graph on a multi-graph display1. When the graph screen contains multiple graphs

Page 622

ε-49Graph Analysis Tool Graph Screen Operations3. Move the trace pointer to the end point of the range you want to output from the speaker, and then

Page 623

2-17k Hyperbolische en inverse hyperbolische functies• Let erop dat in het configuratiescherm de rubriek Mode is ingesteld op Comp.Voorbeeld Invoersin

Page 624

ε-50Graph Analysis Tool Graph Screen OperationsPress the function key that corresponds to the View Window parameter you want to configure.Function Key

Page 625 - Input Ranges

ε-51Calling E-CON4 Functions from an eActivity13. Calling E-CON4 Functions from an eActivityYou can call E-CON4 functions from an eActivity by includi

Page 626

Manufacturer:CASIO COMPUTER CO., LTD.6-2, Hon-machi 1-chome Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, JapanResponsible within the European Union:Casio Europe GmbHCa

Page 627

CASIO COMPUTER CO., LTD.6-2, Hon-machi 1-chomeShibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan SA1808-D © 2017 CASIO COMPUTER CO., LTD.

Page 628

2-18k Genereren van toevalsgetallen (RAND)u Genereren van toevalsgetallen (0 tot 1) (Ran#, RanList#)Ran# en RanList# genereren willekeurig toevalsgeta

Page 629

2-19RanList#-voorbeeldenVoorbeeld Invoer RanList# (4)(Genereert vier toevalsgetallen en geeft het resultaat weer op het scherm ListAns.) K6(g

Page 630 - Adjustment

2-20u Genereren van toevalsgetallen in overeenstemming met normale kansverdeling (RanNorm#)Deze functie genereert een toevalsgetal met 10 cijfers in o

Page 631

vi Eerste kennismaking — Lees dit eerst! k Over deze gebruiksaanwijzing u Math invoer/uitvoer-modus en -weergave Volgens de oorspronkelijke s

Page 632 - Configuring Settings Manually

2-21u Toevalsextractie van lijstgegevenselementen (RanSamp#)Deze functie bepaalt willekeurig elementen van de lijstgegevens en retourneert de resultat

Page 633 - 7. Using a Custom Probe

2-22k Permutatie en Combinatie u Permutatie u Combinatie• Let erop dat in het configuratiescherm de rubriek Mode is ingesteld op Comp.Voorbeeld 1 B

Page 634

2-23k Breuken• In de Math invoer/uitvoer-modus is de invoermethode voor breuken anders dan hieronder beschreven. Voor het invoeren van breuken in de M

Page 635 - 8. Using Setup Memory

2-24k Logische operatoren (AND, OR, NOT, XOR) [OPTN]-[LOGIC]Het menu met de logische operatoren biedt u enkele logische operatoren. • {And}/{Or}/{Not

Page 636 - • To delete setup data

2-255. Numerieke berekeningenHierna worden de numerieke berekeningen verklaard uit het functiemenu weergegeven als K4(CALC) wordt ingedrukt. De volgen

Page 637 - • To recall setup data

2-26k Simplificatie [OPTN]-[CALC]-[Simp]De functie “'Simp” kan worden gebruikt om breuken handmatig te vereenvoudigen. De volgende bewerkingen k

Page 638 - • To start sampling

2-27Voorbeeld 2 Vereenvoudig2763met bepaling van een deler van 9 =276337 A'cxcgdw K4(CALC)6(g)6(g)3(Simp)j w• Er doet zich een f

Page 639

2-28• De ondergrens en bovengrens bepalen het interval van de oplossing. U kunt een waarde of een expressie invoeren als het interval.• De volgende fu

Page 640 - Starting a Sampling Operation

2-29In deze definitie wordt infinitesimaal vervangen door een voldoende klein genomen Ax, waarna een benadering van f' (a) als volgt wordt berek

Page 641 - Manual Sampling

2-30k Tweede afgeleide berekeningen [OPTN]-[CALC]-[d2/dx2]Om een tweede afgeleide te berekenen, werkt het toestel met de formule:<Math invoer/uitv

Page 642

vii u Menutitels • Menutitels in de gebruiksaanwijzing duiden ook aan welke toets(en) u moet gebruiken om het bijbehorende menu te openen. Het g

Page 643 - 10. Using Sample Data Memory

2-31k Berekeningen van een bepaalde integraal [OPTN]-[CALC]-[∫dx]Om een bepaalde integraal te berekenen, kunt u kiezen tussen twee formules.<Math

Page 644

2-32Voorbeeld 2 Wanneer de instelling voor de hoekeenheid zestigdelige graden is, wordt de integratieberekening van de trigonometrische functie uitge

Page 645

2-33Voorzorgen bij integraalrekenen• In de functie f(x) kunt u enkel X als variabele kiezen. Andere variabelen (A t/m Z, zonder X, r, ) worden als co

Page 646 - Analysis mode name

2-34• Voor de beginterm (α) van de rij ak en voor de eindterm (β) van de rij ak kunt u alleen gehele getallen invoeren.• De invoer van n en het sluite

Page 647 - Graphing turned on

2-35• De invoer van n en het sluiten van de haken mag u weglaten.• Discontinue punten of intervallen waarin zich grote veranderingen voordoen, kunnen

Page 648

2-36Druk op K3(COMPLEX) om het menu van de complexe getallen op te roepen.Hier vindt u de volgende opties.• {i} ... {invoer van de imaginaire eenheid

Page 649

2-37k Complexe getallen in poolcoördinatenVoorbeeld 2∠30 × 3∠45 = 6∠75 !m(SET UP)cccccc 1(Deg)c3(r∠)J Ac!v(∠)da*d !v(∠)efwk Modulus en argument

Page 650 - • To use trace

2-38k Toegevoegde van een complex getal [OPTN]-[COMPLEX]-[Conjg]Het toegevoegde van het complex getal a + bi is a – bi.Voorbeeld Bereken het toegevo

Page 651 - • To zoom the graph screen

2-397. Berekeningen met gehele getallen in het twee-, acht-, tien- en zestientallige talstelselU kunt in de modus Run-Matrix via de instellingen voor

Page 652

2-40k Instellen van een talstelselU kunt het tien-, zestien-, twee- of achttallig talstelsel instellen in het configuratiescherm.u Een berekening uitv

Page 653

1-1 Hoofdstuk 1 Basisbewerking1. Toetsenk Tabel met toetsenPagina Pagina Pagina Pagina Pagina PaginaPagina Pagina Pagina Pagina Pagina2-11-34 1-351-

Page 654

2-41u TegengesteldeVoorbeeld Bepaal het tegengestelde van 1100102 !m(SET UP) Selecteer “Mode”, en druk op 4(Bin)J. A2(LOGIC)1(Neg)

Page 655

2-428. MatrixberekeningenKies in het hoofdmenu de modus Run-Matrix en druk op 3('MAT/VCT) om matrixberekeningen uit te voeren.Het toestel kan dan

Page 656

2-43• {DELETE}/{DEL-ALL} ... wissen van {een bepaalde matrix}/{alle matrices}• {DIM} ... de dimensies van de matrix (aantal cellen) opgeven• {CSV} ...

Page 657

2-44• Bij de weergave van een matrix op het scherm is er slechts plaats bij positieve gehele getallen voor zes karakters, en bij negatieve voor vijf k

Page 658 - (EA-200 only)

2-45u RijberekeningenHet volgende menu verschijnt wanneer u drukt op 1(ROW-OP) terwijl de matrix die u wilt bewerken opgeroepen is.• {SWAP} ... {om tw

Page 659

2-46u Een rij vervangen door de som van die rij en het product van een andere rij en een getalVoorbeeld Vervang in de volgende matrix rij 3 door de s

Page 660

2-47u Een rij invoegenVoorbeeld Voeg een rij in tussen rij 1 en rij 2: 2(ROW)c 2(INSERT)u Een rij toevoegenVoorbeeld Voeg onder rij 3 een

Page 661

2-48k Gegevens versturen tussen matrices en CSV-bestandenU kunt de inhoud van een CSV-bestand dat op deze rekenmachine is opgeslagen of vanaf een comp

Page 662

2-49Belangrijk!• Wanneer matrixgegevens naar een CSV-bestand worden opgeslagen, worden bepaalde gegevens als volgt omgezet. - Gegevens van complexe ge

Page 663 - CASIO COMPUTER CO., LTD

2-50u Gegevens invoeren in een matrix met de Mat-opdracht [OPTN]-[MAT/VCT]-[Mat]Als u de Mat-opdracht gebruikt om gegevens in te voeren in een matrix

Commentaires sur ces manuels

Pas de commentaire