APPENDIX
221
■ Weergavefunctie (PLAY)
● PLAY (weergave) tabmenu
* Er zijn drie indicatorflitspatronen. Patroon 1 knippert eens per
seconde, patroon 2 knippert tweemaal per seconde en patroon 3
knippert 4 maal per seconde. De onderstaande tabel geeft een
verklaring van de diepere betekenis van elk flitspatroon.
Indicator referentie
De camera heeft twee indicators: een bedrijfsindicator en
een zelfontspannerindicator. Deze indicators gaan branden
en knipperen om de huidige status van de camera te tonen.
ZelfontspannerindicatorBedrijfsindicator
Start (starten) / Images (beelden) / Time (tijd) /
Interval (tussenpauze) / Cancel (annuleren)
9 frames (9 beelden) / 1 frame (1 beeld) /
Cancel (annuleren)
Cut (knippen) (voor) /
Cut (knippen) (tussenin) /
Cut (knippen) (na) /
Cancel (annuleren)
Select images (beelden selecteren) / All
images (alle beelden) / Cancel (annuleren)
On (aan) / All Files : On (alle bestanden : aan)
/ Cancel (annuleren)
Rotate (roteren) / Cancel (annuleren)
1600
×
1200 / 1280
×
960 / 640
×
480 /
Cancel (annuleren)
–
–
Built-in (ingebouwd)
Card (kaart) /
Card (kaart)
Built-in (ingebouwd) /
Cancel (annuleren)
Slideshow
(diashow)
MOTION PRINT
(Bwegende afdruk)
Movie Editing
(Filmbeheer)
DPOF
Protect
(beveiligen)
Rotation (rotatie)
Resize (afmetingen
heraanpassen)
Trimming
(trimmen)
Dubbing (dubben)
Copy (kopiëren)
● Instellingen tabmenu
• De inhoud van het insteltabmenu van de weergavefunctie
(PLAY) is identiek aan de inhoud van het insteltabmenu
van de opnamefunctie (REC).
B
Commentaires sur ces manuels