
D-10
Spelen met verschillende tonen
407A-D-012A
Gebruiken van tooneffecten
Nagalm: Laat de noten resoneren (natrillen)
Zweving: Voegt breedte toe aan de noten
In- en uitschakelen van effecten
1
Telkens bij indrukken van de REVERB of
CHORUS toetsen worden de instelling
heen en weer geschakeld zoals hieronder
aangegeven.
• U kunt de status van de effecten bepalen door
de REVERB en CHORUS indicators te
controleren.
Veranderen van het effecttype
Er zijn vier nagalm- en vier akkoordtypes
1
Schakel het effect in dat u wilt veranderen.
2
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en
druk vervolgens op de REVERB of
CHORUS toets om door de instellingen
voor de effecttypes te lopen zoals hieronder
is aangegeven.
[Nagalm]
Brandt
Brandt niet
Aan
Uit
0: Kamer 1 1: Kamer 2 2: Zaal 1 3: Zaal 2
[Zweving]
Betreffende DSP
Met DSP kunt u complexe akoestische effecten digitaal
produceren.
De DSP wordt toegewezen aan elke toon telkens wanneer
u de spanning van de digitale piano inschakelt.
In- en uitschakelen van DSP
1
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en
druk op één van de hieronder getoonde
klaviertoetsen om DSP in of uit te
schakelen.
0: Zweving 1 1: Zweving 2 2: Zweving 3 3: Zweving 4
Uit:
Aan:
▲
C
1
▲
C
2
▲
C
3
▲
C
4
▲
C
5
▲
C
6
▲
C
7
▲
C
8
Commentaires sur ces manuels