
Selecteren en Creëren van tonen
D-35
U kunt d.m.v. een pedaal of andere toestellen de toonhoogte
of noten, de kromme en andere parameters onmiddellijk
veranderen terwijl u aan het spelen bent.
Een pedaalbewerking kan gebruikt worden om notes,
arpeggio’s (pagina D-40) of frases (pagina D-44) aan te
houden of om een zacht effect uit te oefenen.
• Zie pagina D-8 voor informatie aangaande het aansluiten
van een pedaal.
• U kunt het effect specificeren dat door een
pedaalbewerking wordt uitgeoefend door de volgende
bewerking uit te voeren op de Optreden bewerkingslijst:
Controller >Ent 3 Pedal. Zie pagina D-65 voor meer
informatie.
De
bs
BENDER draairegelaar kan gebruikt worden voor het
naadloos verhogen of verlagen van de toonhoogte van een
geluid, terwijl de
bs
MODULATION draairegelaar vibrato
(modulatie effect) toevoegt aan het geluid.
• Een draairegelaar mag niet gedraaid worden op het
moment dat de Synthesizer wordt ingeschakeld.
• Kunt het buigbereik regelen van de
bs
BENDER
draairegelaar door de volgende instellingen te configureren
op de Optreden bewerkingslijst: BendRngDwn,
BendRngUp (pagina D-64).
De vier
3
ASSIGNABLE KNOBS kunnen toegewezen
functies zijn die onmiddellijke bijstelling mogelijk maken van
een aanslagtijd van een geluid en andere krommeparameters
(pagina D-22), volume en meer.
• Het volgende toont de functies van de knoppen van elke
Zone onderdeel 1 tooncategorie.
Solo Synthesizer tonen (pagina D-24)
Hex laagtonen (pagina D-30)
Trekorgeltonen (pagina D-32)
PCM melodietonen (pagina D-33)
PCM drumtonen (pagina D-34)
De bovenstaande functies tonen de afgekorte namen die
gebruikt worden op het toonmodusscherm.
• U kunt de bewerkingen veranderen die op het moment
toegewezen zijn aan de toewijsbare knoppen door de
volgende bewerking uit te voeren op de Optreden
bewerkingslijst (pagina D-65):
Controller >Ent 3 K1 - K4.
Besturen van klanken
Gebruiken van een pedaal
Gebruiken van de draairegelaars
(Buigen, Modulatie)
bs
Gebruiken van de toewijsbare knoppen
3
Verhoogt en verlaagt de
toonhoogte.
(Bij loslaten van de
draairegelaar wordt
teruggekeerd naar de
oorspronkelijke
toonhoogte.)
Oefent modulatie uit.
(Bij verhogen van de
draairegelaar wordt
modulatie
toegepast.)
K1 : Afkapfrequentie (Blok (7)) (pagina D-27)
K2 : Resonantie (Blok (7)) (pagina D-27)
K3 : Aanslagtijd (Blok (1) - (6) Amp >Envelope >)
(pagina D-27)
K4 : Releasetijd 1 (Blok (1) - (6) Amp >Envelope >)
(pagina D-27)
K1 : Afkapfrequentie (Laag 1 - 6 afzonderlijk) (pagina D-30)
K2 : Ontstemmen (Laag 1 - 6 globaal) (pagina D-31)
K3 : Aanslagtijd (Laag 1 - 6 afzonderlijk) (pagina D-30)
K4 : Releasetijd (Laag 1 - 6 afzonderlijk) (pagina D-30)
K1 : Vibratosnelheid
K2 : Vibratodiepte
K3 : Percussie Wegsterftijd
K4 : Nagalm Zenden (hetzelfde als andere tooncategorieën.)
K1 : Afkapfrequentie
K2 : Aanslagtijd
K3 : Loslaattijd
K4 : Nagalm Zenden (hetzelfde als andere tooncategorieën.)
K1 : Volume (Drum Inst >)
K2 : Pan (Drum Inst >)
K3 : Nagalm Zenden (Drum Inst >)
K4 : Nagalm Zenden (hetzelfde als andere tooncategorieën.)
Commentaires sur ces manuels