
Gebruiken van de stappensequencer
D-53
■ Selecteren van een schuifregelaarfunctie
Door op
2
FUNC A/B te drukken wordt heen en weer
geschakeld tussen twee functies van de schuifregelaars.
Voorbeeld: Voorkeuzesequens
2
FUNC A/B brandt niet: L (NOTE)
2
FUNC A/B brandt: M (VELOCITY)
• Door een
5
1/9 - 8/16 schuifregelaar te bewegen,
wordt de corresponderende stap ingeschakeld zelfs als
die op dat moment uitgeschakeld is.
• Het overschakelen van een schuifregelaarfunctie kan
niet worden uitgevoerd voor een controle onderdeel.
U kunt d.m.v. de
5
MASTER schuifregelaar de instellingen
(noot, gevoeligheid, staccato/tenuto, weergavesnelheid,
groef) van alle onderdelen in een keer veranderen als een
batch.
• De instellingen die kunnen worden veranderd d.m.v. de
hoofdschuifregelaar hangen af van het type van het
onderdeel.
• Bij bepaalde onderdelen kunnen de instellingen niet met de
hoofdschuifregelaar worden veranderd.
• U kunt andere instellingen toewijzen aan de
hoofdschuifregelaar, als u dat wilt. Zie “Veranderen van de
waarde die toegewezen is aan de hoofdschuifregelaar” op
pagina D-53 en “Veranderen van de
schuifregelaarinstellingen” op pagina D-59 voor nadere
informatie.
Onder de default instellingen zijn aan de A schuifregelaars
nootinstellingen toegewezen, terwijl aan de B schuifregelaars
gevoeligheidsinstellingen zijn toegewezen. U kunt m.b.v. de
onderstaande procedure nootinstellingen,
gevoeligheidsinstellingen of zowel noot- en
gevoeligheidsinstellingen toewijzen aan schuifregelaars.
U kunt de noot- of gevoeligheidsinstelling specificeren die
geselecteerd is bij elk van de acht schuifregelaarposities.
1.
Druk op
1
STEP SEQUENCER.
2.
Houd
2
FUNC A/B ingedrukt tot het SLIDER
onderstaande scherm verschijnt.
3.
Selecteer d.m.v. de
9
PART min (–) en plus (+)
toetsen het onderdeel waarvan u de
schuifregelaartoewijzing wilt veranderen.
4.
Druk op
2
FUNC A/B om het paar
schuifregelaars (A of B) te selecteren waarvan u
de toewijzingen wilt veranderen.
5.
Verplaats de displaycursor naar “TYPE” en wijs
dan d.m.v. de
bq
NO en YES toetsen een van de
volgende functies toe aan de geselecteerde
schuifregelaars.
6.
Verplaats d.m.v. de
bo
draairegelaar, de
bq
omhoog (q) en omlaag (w) toetsen of de
bl
PATTERN (1 - 8) toetsen de displaycursor naar
de schuifregelaarpositie (1 - 8) waarvan u de
instelling wilt veranderen.
• De nummers 1 - 8 geven de posities van de acht
schuifregelaars aan van boven (8) naar onderen (1).
7.
Verander d.m.v. de
bq
NO en YES toetsen de
noot of de gevoeligheid bij de op dat moment
geselecteerde schuifregelaarpositie.
• U kunt ook de klaviertoets indrukken die
correspondeeert aan de noot die u wilt invoeren om de
noot en gevoeligheid te spcificeren voor de op dat
moment geselecteerde schuifregelaarpositie.
• Bij een akkoordonderdeel kunt u maximaal drie
waarden specificeren.
1.
Druk op
1
STEP SEQUENCER.
2.
Houd
2
FUNC A/B ingedrukt totdat het SLIDER
scherm verschijnt.
Veranderen van noot- en
gevoeligheidsinstellingen d.m.v. de
hoofdschuifregelaar
Veranderen van de toewijzingen aan de
schuifregelaar
Geeft de geselecteerde functie aan als L of M.
NOTE : Noot
VELO : Snelheid
NOTE & VELO : Zowel noot als gevoeligheid
Veranderen van de waarde die toegewezen is
aan de hoofdschuifregelaar
Commentaires sur ces manuels